Mijn dodenherdenking 2021, inkleuring van een familiegeschiedenis.

Dit jaar heeft de dodenherdenking wederom een bijzonder karakter. Meestal ga ik naar het monument bij de Martinuskerk. Daar bereidt de stichting Herdenking oorlogsslachtoffers Beek samen met de inwoners vanuit Beek (jong en oud) een stijlvolle plechtigheid. Het is goed stil te staan bij de betekenis van deze dag. Hoe hebben wij die vrijheid gekregen/verworven?

Nu de kinderen uit huis zijn ga ik daar alleen naar toe. Dit jaar is het in zoverre bijzonder dat er geen bijeenkomst georganiseerd kan worden. Covid 19 ligt dwars. Toch ga ik naar het monument toe. Ik ben niet alleen, er zijn nog drie anderen.

Zoals ieder jaar gaan de gedachten uit vooral naar mijn vader. Hij is er nooit open over geweest, dat gesprek hebben wij nooit met elkaar kunnen voeren. Maar ik weet dat zijn oorlogsperiode een bijzondere geweest is. Hij is uiteindelijk een jaar in Innsbruck terecht gekomen. Hoe dat precies zit heb ik nooit gesnapt. Van zijn generatie is er geen familielid meer aanwezig die ik dat kan vragen. Ieder jaar komt die vraag weer op. En ieder jaar loop ik na de herdenking er met een grote boog omheen. Behalve dit jaar.

Thuisgekomen zoek ik via internet de boeken van Lou de Jong op. Mijn vader heeft ze direct na het uitkomen gespeld. En na zijn overlijden kreeg ik ze in beheer. Maar ik wist eigenlijk niet hoe snel ik er van los moest komen. Dus nee nu al bladerend opzoeken is er niet bij. Gelukkig zijn ze inmiddels integraal op internet beschikbaar. En ja daar ben ik maar eens ingedoken.

Het is eind december 1942. Er is sprake van het moeten ondertekenen van een z.g. loyaliteitsverklaring door alle studenten aan de universiteiten. Pa studeert medicijnen in Utrecht. Hij is daar in 1938 begonnen. In 1942 zal hij zijn kandidaats gehad hebben en wellicht aan co-schappen bezig zijn. Zekerheid over die gegevens heb ik echter niet. Dus ja ook hij zal zo’n verklaring moeten ondertekenen. 

Wat houdt die loyaliteitsverklaring in? 

L.De Jong Het koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlog Deel 6 pag 741

Om het eens huiselijk de stellen, daar is veel gedoe over geweest. De jong omschrijft dat. Minutieus. Pa studeerde zoals gezegd in Utrecht. De rector van die universiteit was nogal op de hand van de NSB en dus de Duitsers. Hij deed dan ook veel moeite om een dergelijke verklaring erdoor te krijgen. Dit ondanks verzet van studenten en hoogleraren. Uiteindelijk tekende het hoogste aantal studenten van Utrecht die verklaring; 14 %. Aantrekkelijk gemaakt door het gegeven dat een ondertekening recht gaf op inschrijving voor het volgende studiejaar. Niet ondertekenen zou direct aanleiding geven tot een oproep tot deelname aan de Arbeitseinzats in Duitsland. De Jong schrijft dat er nogal wat indirecte druk werd uitgeoefend op de studenten. Ook familie werd benaderd en zou de consequentie van het niet ondertekenen merken zo was de boodschap.

Het geheel speelt zich af in 1943 rondom april mei. Zoals De Jong meldt zijn er wel verschillen tussen de universiteiten merkbaar. De consequenties van het NIET tekenen van de loyaliteitsverklaring was een oproep tot de arbeitsinzet in Duitsland

L.De Jong Koninkrijk der Nederlanden Deel 6 pag 758

De groep die uiteindelijk in aanmerking kwam voor de inzet in Duitsland was groter zo blijkt uit het volgende citaat. Alle mannen tussen de 18 en 35 jaar moesten zich melden.

Pa is uiteindelijk in Innsbruck terecht gekomen. Hoe dat gegaan is, is mij onbekend wel weet ik dat hij daar als niet afgestudeerd arts werkzaam geweest is in een ziekenhuis.De Jong meldt daar  in een volgend boek deze passage aan:

L.De Jong Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog Deel 7 pag 579

Naar verluidt heeft hij daar een jaar doorgebracht. De Jong beschrijft dat een vakantie/verlofregeling een onderdeel van de Arbeitsinzet was. Per jaar kreeg met één hooguit twee weken vakantie. Of dat ook gold voor de inzet van mijn vader in Innsbruck weet ik niet. Na lezing van deze bijdrage wist mijn zuster Gonny het verhaal te vertellen dat zij van onze tante had vernomen.

“  Wat ik wel weet is dat hij even terug geweest is, te voet. Geheel op, baard, vuil en niet aanspreekbaar. Heeft in Doenrade op en neer in tuin gelopen, zwijgzaam. Zijn moeder bemerkte hem: laat lopen, niet storen, hij komt wel naar binnen. Eenmaal binnen, eten gegeven. Ging wassen. Maar oma , zijn moeder voelde t goed, laat hem zelf komen…. niet storen. Na enige tijd moest hij weer terug…. waarom toch? Als hij niet ging , werd n ander vermoord….. Zo erg. Wederom moesten ze hem laten gaan…..”Gonny Mulders-Willems Mei 2021

En hij is weer teruggegaan! Hoe en wanneer hij uiteindelijk teruggekeerd is bestaat geen duidelijkheid over. Feit is dat hij in Utrecht zijn geneeskundestudie heeft kunnen vervolgen. Hij heeft zijn artsexamen gedaan en via een stage in een huisartsenpraktijk uiteindelijk begonnen als bedrijfsgeneeskundige bij Staatsmijnen DSM.

Hendrik Josef Willems arts (Harry) 1920-1983

De periode in Innsbruck heeft diepe sporen bij hem nagelaten. Dat heb ik als kind wel kunnen bevroeden. Niet voor niets zijn de boeken van De Jong en alles daaromheen door hem verslonden. Als kind heb ik nooit de gelegenheid genomen of de moed gehad dat onderwerp aan de orde te stellen. Zo was de verhouding tussen vader en zoon destijds niet. Dat het een periode is geweest die diepe sporen heeft nagelaten kon ik ook wel merken uit de spaarzame opmerkingen die familieleden in de loop van de tijd daarover gemaakt hebben.

 Inmiddels is hij al bijna 38 jaar overleden, het beeld wordt vager. Maar dat stuk uit zijn levensgeschiedenis blijft intrigeren. Voor mijzelf heeft er daardoor altijd een geheimzinnig waas om gezeten. Hoe zat dat nou eigenlijk. Ik kon er niet mee overweg. En ja, ieder jaar bij de dodenherdenking kwam die gedachte weer naar boven. Dit jaar heb ik daar maar eens een vervolg aan gegeven. Ik ben begonnen met het gericht kijken in de boeken van Lou de Jong. Geheel lezen zal ik dat zeker niet. Het staat te ver van mij af. Met wat ik nu weet is toch een noodzakelijk detail ingekleurd van de persoon die mijn vader is geweest.

Ja ik ben niet verrast dat hij die loyaliteitsverklaring niet getekend heeft. En ook dat hij de consequentie genomen heeft en uiteindelijk in Innsbruck terecht gekomen is. En misschien houdt die ervaring van dat jaar in oorlogstijd ook een basis in waarom hij uiteindelijk bedrijfsgeneeskundige geworden is. Werkers in de mijnen ondergaan nogal eens een botbreuk. Maar of dat werkelijk zijn verhaal is zal ik nooit weten. En ja er resteren nog vele vragen die onbeantwoord zullen blijven. Ging hij inderdaad via Ommen naar Innsbruck? Dat hij daar gewerkt heeft is zeker. Een huisarts gevestigd te Boxtel heeft met hem in Innsbruck gezeten. En hoe is hij teruggekomen, weer gegaan en uiteindelijk weer in Utrecht met de studie kunnen beginnen. Wat heeft hij in Duitsland gezien in die periode? En zo kan ik doorgaan. Toch ben ik blij dat Lou de Jong me een stukje van die puzzel heeft aangereikt omdat ik de moed had ernaar op zoek te gaan.

Deze ervaring heb ik opgedaan tijdens en na de dodenherdenking 2021. Gelijk ieder jaar zoek ik dan de bijeenkomst in ons dorp op. Dat zegt mij veel meer dan het kijken naar de presentatie via de buis. Ik kan me geen voorstelling maken hoe het is om in onvrijheid te leven. Het verhaal van mijn vader laat me zien hoe broos vrijheid kan zijn. Het ene moment zit je als student in de collegebanken en het andere moment ben je gedwongen ingezet ergens in een vreemd land. En dat als gevolg van een door jezelf gemaakte keuze. Of was die afgedwongen door de boodschap dat je familie de schade zou ondervinden als je anders zou kiezen? Bizar, onvoorstelbaar. Maar het kan en mag niet weer gebeuren, zoveel is voor mij wel duidelijk. Alleen daarom is het de moeite waard om er jaarlijks bij stil te staan. Opdat ik, opdat wij niet vergeten wat vrijheid is.

Aanvulling d.d. 16 mei 2021

Na het plaatsen van deze blog heb ik langs verschillende kanten nog aanvullende gegevens ontvangen die op bovenstaand blog betrekking hebben.

Via de Utrechtse universiteit kreeg ik een kopie van de studiedata en resultaten van mijn vader aan die universiteit. De volledige inschrijvingsduur kunnen zij niet meer achterhalen. Ook de periode dat hij in Innsbruck is geweest valt er niet uit af te leiden. Maar de formele data geven het volgende beeld:

Hendrik Josef Willems: 

Start studie vermoedelijk in 1938 na behalen HBS-B diploma

Kandidaats deel 1: 4-10-1940, 

Kandidaats deel 2: 15-1-1943. 

Onderbreking studie door verblijf in Innsbruck mei 1943-XXX?

Doctoraal deel 1: 19-2-1946, 

Doctoraal deel 2: 26-6-1946 

Arts deel 1: 13-6-1947.

 Huisartsstage in de Betuwe “Wijk bij Duurstede” 

 Arts deel 2: 2-7-1948.  

Na het behalen van het artsexamen ging hij eerst als waarnemer bij een huisartspraktijk te Wijk bij Duurstede aan de slag. Vlak daarna stond hij op de nominatie om als huisarts te Geldermalsen verder te gaan. Echter op de dag van de beslissing hoorde hij van zijn verloofde (mijn moeder) dat er een positie vrij kwam als bedrijfsarts bij het StikstofBindingsBedrijf van de Staatsmijnen. Hij koos ervoor om daar aan de slag te gaan en trad in 1950 in dienst. In 1963 werd hij eerste bedrijfsarts bij de staatsmijn Maurits en in 1966 werd hij Directeur van de Gemeenschappelijke Medische Dienst van Staatsmijnen/DSM. Dit bleef hij tot aan zijn pensionering in 1980.

“Een onderbelicht verleden”

Dat mijn vader tijdens de oorlog actief geweest is in Innsbruck wordt ook van de kant van diverse familieleden bevestigd. Hoe dat precies is gegaan blijft onduidelijk. Gelijk anderen die een dergelijk traumatische periode meegemaakt hebben was hij er niet spraakzaam over. Maar hij was niet de enige student die een dergelijke ervaring heeft opgedaan. L.de Jong spreekt over ca 800 studenten (geneeskunde, farmacie en tandheelkunde) die via Ommen naar Duitsland gegaan zouden zijn. In een onderzoek gepubliceerd in 2001 van H.J.Dokter, F.Verhage en J.W.M.Binneveld Een onbelicht verleden; De tewerkstelling van medisch studenten in nazi-Duitsland (1943-1945) wordt op dit gegeven nader ingegaan. Zij komen tot een aantal van 340 medische studenten die naar Duitsland zijn gegaan. In hun onderzoek hebben zij in 1998 112 ex-studenten kunnen benaderen. Op basis van verdere demografische gegevens schatten zij dat op dat moment de totale groep uit zo’n 130 personen zou bestaan.  Van 107 hebben zij respons gekregen op een uitgebreide schriftelijke enquête. Deze was gericht op hun ervaringen voor tijdens en na hun verblijf in Duitsland. Aangezien mijn vader reeds in 1983 is overleden hebben de onderzoeksresultaten slechts indirecte betekenis. Ze geven ene beeld van hoe geneeskunde studenten in Duitsland zijn terechtgekomen. Naar alle waarschijnlijkheid gold dat ook zo voor hem.

Na terugkomst in Nederland in 1945 hebben veel van deze studenten hun studie weer kunnen hervatten. Niet alle! De onderzoekers beschrijven ook dat een aantal onderworpen werden aan de zuivering door de Universiteiten. Wat dat inhield voor studenten uit Utrecht wordt niet vermeld.

Gepubliceerd door charleswillems

Lange afstands wandelaar Vrijwilliger in Beek bij CDl en stegen35

Plaats een reactie