Zelfredzaamheid bevorderen; hoe doe je dat als gemeente in het sociaal domein?

Soms lees je iets dat je even op het verkeerde been zet. Dat overkwam mij bij het lezen van het artikel dat de promovenda Willemijn van der Zwaard schreef over haar eigen proefschrift. (https://bit.ly/3BtTGH4[1]. Het handelt over het zelfredzaamheidsadagium dat aanleiding gegeven heeft tot de decentralisaties in het sociaal domein. Als raadslid heb ik daar vanaf 2015 ook zeer indringend mee te maken. In de afgelopen periode is de gemeente  druk geweest om protocollen op te stellen en uit te voeren waarmee de aangemelde zorgvragen behandeld gaan worden. Moeten we dat streven naar zelfredzaamheid loslaten dan? Is dat de conclusie van het onderzoek?

De uitgangspunten mbt decentralisaties in het sociaal domein heb ik vanaf het begin kunnen onderschrijven.  Niet vanuit Den Haag proberen aan te geven hoe iemand zijn leven dient in te richten. Maar ook dat het geen aanleiding mag vormen om een eenheidsworst te organiseren. Het bevorderen van zelfredzaamheid is dan een prima aanknopingspunt. Immers als je zo antwoord wil formuleren op de gestelde zorgvraag dan vraagt dat nadrukkelijk maatwerk. Ook dat bij complexe leefsituaties de kennis en ervaring van professionals (b.v. wijkverpleegkundigen) noodzakelijk is. Dat vertrouwen heb ik gekregen doordat ik nauw betrokken ben geweest bij hun opleiding en de dagdagelijkse praktijk.

In onze gemeente ging de discussie dan ook over het vertrouwen dat je mag cq moet geven aan de professionals die betrokken dienen te worden bij het beantwoorden van de zorgvraag. Het resultaat daarvan is wat mij betreft teleurstellend geweest en dat heb ik nooit onder stoelen of banken gestoken. Er is immers een nieuw bureaucratisch gremium opgetuigd. We noemen het Wijkteams maar het zijn in feite een verzameling ambtenaren met een verschillende achtergrond die de cruciale afweging m.b.t. de zorgbehoefte moeten gaan maken. En dat zonder een duidelijke kennis van de dagdagelijkse praktijk van hun cliënten en of de zorgverlening. Maar dat wel doen ondersteund door een bureaucratisch getint aanbestedingsregime (zoals bij de jeugdzorg) dat nadrukkelijk vraagt om een versimpeling van de werkelijkheid. Nog net geen algoritme maar een strakke checklist wordt het wel.

Naast het raadslidmaatschap ben ik als gepensioneerde hogeschooldocent ook nog vrijwilliger. Ik help daarbij mensen met het leren omgaan met computers, tablets en of smartphones. Uiteraard zijn dat veelal ouderen die nooit iets met die apparaten van doen gehad hebben. Hun leven verliep tot dan toe prima zonder het gebruik ervan. Maar kom daar nu nog maar eens om. Contant betalen is bijna niet meer mogelijk en communiceren met de overheid is ook drastisch teruggebracht tot digitale communicatie. Vrij snel heb ik in de gaten gekregen dat je bij die begeleiding zeer realistische uitgangspunten moet hanteren. Het is niet nodig om iemand volledig inzicht te geven in de aansturing van de apparaten. Het is voldoende als men de toepassing die ervoor henzelf toe doet, zelfstandig en veilig kan gebruiken. Allerlei installaties beheren en beheersen is daarvoor niet nodig. En weet u, als het niet lukt kom dan bij mij terug dan help ik u gericht verder. Dat is de crux!

Dat brengt me bij de initiële observatie vanuit het proefschrift. Zelfredzamer word je niet door allerlei vaardigheden (nieuwe) te leren en problemen zelf planmatig te behandelen. Nee het is niet leren hoe je dat probleem een volgende keer zelf kan oplossen. Het is wel weten wanner en waar je de vraag kunt stellen die een oplossing biedt voor jouw probleem van dat moment. 

Want ja dat is een cruciale vaardigheid; durven de hulpvraag te stellen en ervaren waar dat goede adres is waar je die vraag kunt stellen. Als je dat weet en het vertrouwen kunt geven aan mensen in je omgeving die de bereidheid hebben om je te helpen, dan ben je zelfredzaam. Dat is de verstrekkende conclusie vanuit het proefschrift.

En dat zou een heel belangrijke drijfveer moeten zijn achter de systeemverandering die we bij de decentralisaties in het sociale domein nastreven. En dat is toch heel wat anders dan het organiseren van een nieuwe bureaucratie- ook al staat die dichter bij de lokale samenleving.

Dat is wat mij betreft ook de les die we moeten leren uit de toeslagenaffaire. Het beoordelen van een zorg cq ondersteuningsvraag vereist empathie en maatwerk en is niet uit te voeren door enkel een algoritme uit te rollen. Het moet maat- en mensenwerk te blijven.

Het zou mooi zijn als we dat nog eens voor elkaar kregen op lokaal niveau. Het pleidooi dat in het proefschrift van Willemijn van der Zwaard gehouden wordt is mij dan ook uit het hart gegrepen.


  • [1] W van der Zwaard “Omwille van fatsoen. De staat van menswaardige zorg” ISBN 2021 Boek: 978-94-6236-222-2, 1e druk

Gepubliceerd door charleswillems

Lange afstands wandelaar Vrijwilliger in Beek bij CDl en stegen35

Plaats een reactie