niet willen of niet kunnen meedoen in het digitale tijdperk, een wereld van verschil

Een corona paspoort als panacee?

Het kabinet heeft vorige week als onderdeel van de bestrijding van het coronavirus besloten tot het gebruik van een digitale coronapaspoort. Iemand die een volledige vaccinatie heeft gehad kan dit laten zien door in zijn smartfone een QR code te genereren. Door deze vervolgens als afdruk of in het scherm te laten zien kan toegang gekregen worden tot bepaalde ruimtes (cafe’s bioscopen, festivals etc.etc.) En zo kunnen we weer terug naar het “oude normaal” Tenminste wanneer we dit allen als gedragslijn zouden accepteren. Maar nee dat zit er niet in. In Nederland hebben we nogal strikte opvattingen over hoe omgegaan mag worden met gegevens die wijzelf graag als privé beschouwen. Inmiddels is dat zelfs verankerd in wetgeving. Zie de algemene verordening gegevensbescherming AVG. Veel Nederlanders zijn wars van allerlei regels die door anderen worden opgelegd en doen hun best daar onderuit te komen. En na anderhalf jaar corona wordt dat op een steeds luidruchtiger manier aan anderen duidelijk gemaakt. Een in mijn ogen eenvoudige verworvenheid (een bescherming tegen het virus) wordt zo tenietgedaan en vormt vervolgens een belemmering om met elkaar terug te kunnen gaan naar een “normale” manier van samenleven die we hadden voordat Corona uitbrak. Hoe moeilijk kun je het elkaar maken om als samenleving verder te komen? 

Probleem oplossen? Maak een app. Dat is simpel!Het ontwikkelen van een Corona app, het tovermiddel dat Hugo de Jonge vorig jaar uit een hoge hoed wilde toveren, blijkt in de praktijk helemaal niet zo eenvoudig te zijn. Alle inspanningen ten spijt, het oorspronkelijke idee (een waarschuwing krijgen als je in de buurt komt van iemand die positief getest is en dus een besmettingsgevaar vormt) is niet gelukt. Gelukkig zijn er wel verschillende vaccins beschikbaar gekomen zodat we bescherming tegen het (ernstig) ziekworden kunnen verwerven. Om weer vrij in de maatschappij te kunnen functioneren is het nodig om te weten wie wel en wie niet voldoende gevaccineerd is. En daarvoor is wel een app beschikbaar gekomen. Wat houdt dat in voldoende gevaccineerd zijn oftewel wat moet die app weergeven? Dat houdt in dat beoordeeld is of je het benodigde aantal prikken hebt gehad (afhankelijk van het type vaccin) en of daarna voldoende tijd verstreken is. En daarbij dient dan ook vastgesteld te worden dat het inderdaad jouw gegevens zijn. Om dat te kunnen doen is een procedure ontwikkeld waarmee met behulp van de eigen DIGID code de GGD database wordt gecheckt of je gevaccineerd bent. Het resultaat wordt vervolgens weergegeven in de eigen smartfone in de vorm van een QR code. Een controleur betrokken bij bv het festival dat je wil bezoeken kan met een speciale lezer de bevestiging van de vaccinatiestatus nagaan. Zie bijgaande figuur. Als de output een groen vinkje is, klopt de vaccinatie status en kan toegang verleend worden. Simpel toch. En het mooie is dat er geen persoonsgegevens gedeeld hoeven te worden. Ik laat het immers uitlezen via mijn eigen telefoon. 

de stappen van de corona QR code

Een simpele oplossing toegepast in de praktijk ……en dan?

In de praktijk blijkt dat “simpel toch” echter behoorlijk tegen te vallen. Als vrijwilliger ben ik betrokken bij het Computer Doe- en Leercentrum. Dat is een lokale verzameling vrijwilligers die er genoegen in stellen om hun kennis over de moderne media te delen met anderen. Met toewijding en geduld helpen we anderen om weer toegang te krijgen tot de nieuwe verworvenheden van de technologie. Dat is nodig want het voorbeeld van de corona app laat zien welke belangrijker wordende rol die speelt in de huidige samenleving. Met het CDL zijn we lid van Seniorweb, een landelijk werkende organisatie die juist dit jaar haar 25-jarig jubileum viert. Deze club van hobbyisten werd in het begin vooral gedreven door het maken en delen van allerlei programmatjes die je met een computer kunt maken. Nu is kennisoverdracht over het gebruik van computers steeds belangrijker geworden. Iedereen gaat er maar van uit dat we allemaal toegang hebben tot deze middelen. Immers ook veel ouderen beschikken toch over een smartfone.

In 2014 had 36% van de personen van 65 tot 75 jaar een smartphone in zijn of haar bezit. Vijf jaar later is dit percentage uitgegroeid tot 85,7%. Ook bij ouderen van 75 jaar of ouder nam het percentage smartphonebezitters toe van 11,6% naar 51,9%. Daarnaast is het aantal ouderen dat actief is op social media, aanzienlijk gestegen. Bron unitedconsumers.com aan de hand van CBS gegevens.

Maar dat wil helaas nog niet zeggen dat men er goed mee om kan gaan. De vele veranderingen in die apparaten (regelmatige updates met wijzigingen in presentatie en werkwijze) creëren een mate van onzekerheid, gebruik ik het wel veilig en goed? Dat helpt natuurlijk niet. In de zakelijke wereld wordt ervan uitgegaan dat deze vorm van communicatie optimaal is, ze is namelijk snel en daardoor ook effectief. Voor hen mag dat gelden, maar voor de oudere consument is dat beslist niet het geval. Ook de overheid heeft er een handje van. Het voorbeeld met de corona afhandeling is wat dat betreft illustratief.

volkskrant 20-september 2021

Digitale communicatie alleen brengt ons niet nader tot elkaar

Dat brengt me terug bij de coronacheck. Het artikel[1] dat hierboven beschreven staat geeft prima weer waar de schoen wringt. Als je niet overweg kunt met dit soort apparatuur heb je in toenemende mate een probleem in de huidige maatschappij.

De pandemie afhandeling heeft nog voor meer afstand gezorgd. Was het al zo dat veel commerciële instellingen hun directe klantcontact op afstand hebben gedaan, de corona -pandemie heeft ervoor gezorgd dat het direct contact vrijwel volledig is komen te vervallen. Kom nog maar eens bij een bank of in een gemeentehuis. Het gaat je niet lukken om de barrière van de digitale balie te overstijgen. Voor veel ouderen was de periode van de lockdown er een van vermindering van hun sociale contacten. Met een dreiging tot vereenzaming tot gevolg. Alles went, dus na verloop van tijd worden die ontbrekende contacten niet meer zo hevig gemist. Met als gevolg dat er een afname te constateren valt van de bereidheid om nog als mantelzorger actief te zijn. En zo zitten we aan het eind van de corona periode met een opstapeling van problemen. Een toename van de afhankelijkheid van digitale dienstverlening bij iedereen en een afname van de maatschappelijke betrokkenheid bij ouderen omdat men onvoldoende digitaal vaardig is. 

Vanuit het CDL hebben we in de periode van de lockdown vele initiatieven ontwikkeld om de gebruikers van smartfones te ondersteunen bij het gebruik van video-communicatie. Dat is in principe een eenvoudige manier om afstand te houden en toch via beeld en geluid met elkaar te communiceren. Maar de eigen onzekerheid in het gebruik van deze techniek zorgt ervoor dat veel ouderen gauw geneigd zijn geweest om dit als minderwaardige communicatie te betitelen en er derhalve af te zien van het gebruik. Gelukkig kunnen we nu weer volop inzetten op het geven van cursussen aan ouderen zodat men kan leren omgaan met deze apparatuur. En de drukte die we constateren bij de wekelijkse inloop vormt wat dat betreft een bemoedigend signaal.

Geheel in lijn met het artikel dat hierboven is aangehaald bestaat er een grote, sluimerende behoefte onder ouderen om toch kennis te nemen van de moderne communicatiemiddelen. Een geduldige, probleemoplossende aanpak werkt daarbij prima. Onze ervaring is dat via mond- op mondreclame velen de weg naar onze inloop en cursussen weten te vinden. Maar de collectieve achterstand is en blijft groot. En zoals de coronaperiode laat zien, zij neemt eigenlijk alleen nog maar toe. De technologische ontwikkeling gaat voor velen te snel. We denken dat iedereen maar zelf moeite moet doen om mee te gaan. Het blijkt lastig te zijn om die voortdenderende trein van de digitalisering van de samenleving ook maar een beetje langzamer te laten gaan. Dat zou op zich al veel kunnen betekenen. In de landelijke politiek dringt heel langzaam door dat de menselijke maat weer terug moet keren in het contact burger-overheid. Het “vermenselijken” van de dienstverlening kan dan een goede stap zijn.

Ook op lokaal niveau; terug naar de menselijke maat

Ook op lokaal niveau speelt dat. Eerder maakte ik al gewag van de vermindering van de contactmogelijkheden als gevolg van corona. Je komt het gemeentehuis niet meer in zonder dat er een formele afspraak is gemaakt. En om die afspraak te krijgen zal je toch de barrière van een telefonisch contact moeten nemen. Zegt u het maar, “met wie wilt u waarover spreken…” is een eerste, dikwijls onneembare stap in het protocol geworden. Maar misschien verandert het tij. Mijn gemeente heeft in het zg. “corona herstelplan” ook opgenomen dat ze iets wil gaan doen aan het verminderen van die digitale barrières die inmiddels zijn ontstaan. Nog beter zou zijn als in dat kader de waarde van de ontmoeting en het meedoen weer wordt benadrukt. Een van de essentiële onderdelen daarin moet toch zijn dat we het contact met de individuele burger als ook dat van burgers onder elkaar weer gaan bevorderen. Eenvoudig zal het niet zijn. Het hoeft niet met de in deze regio traditionele “3 zoenen op de wang”, het mag ook met een “boks” of de “handdruk”. Maar bewust zijn van de noodzaak tot verbetering is een eerste goede stap. Want als samenleving hebben we in de coronaperiode toch heel veel ingeleverd. En ja ook voor een vrijwilligersorganisatie ligt er een uitdaging om naar elkaar een helpende hand uit te steken.


[1] Volkskrant 20 september 2021 

Gepubliceerd door charleswillems

Lange afstands wandelaar Vrijwilliger in Beek bij CDl en stegen35

Plaats een reactie