Heeft Limburg de krachtige bestuurders die juist nu nodig zijn?

Dit voorjaar zullen een aantal ingrijpende besluiten over de economische toekomst van limburg genomen worden. Zo zal het gaan over de vernieuwing van de start en landingsbaan van MAA. Moeten er stappen gezet worden bij de energietransitie. Vraagt de toerismesektor na twee jaar pandemie en tegenvallende bedrijvigheid om toekomstperspectief en zal er stevig geïnvesteerd dienen te worden in het woon en leefklimaat in deze regio. Dat vraagt om een krachtig bestuur dat niet alleen durft te kiezen maar ook draagvlak voor de te nemen besluiten realiseert. Maar ook hier is het politieke landschap versnipperd. Hebben we dat krachtige bestuur dat juist nu nodig is?  Ik beschrijf eerst de inhoudelijke aspecten om dan duidelijk te maken welke bestuurlijke uitdagingen zij oproepen

Besluit Nationaal Groeifonds over Einstein telescoop

Ook al heb ik dan als raadslid afscheid genomen, de bestuurlijke actualiteit volg ik natuurlijk toch. Afstand nemen kost tijd. En ja in deze paar weken gebeurt op dat niveau ongelofelijk veel. Vandaag berichten de kranten over de besluitvorming die het kabinet gedaan heeft over de besteding van het nationaal groeifonds. En wat blijkt? Er steekt met kop en schouders voor mij een project uit dat voor deze regio van groot belang kan gaan zijn. De investering die de komst van de zg Einstein telescoop in deze regio mogelijk moet gaan maken. In een internationale competitie met Italië streeft de regio zuid Limburg samen met België en Duitsland de vestiging van deze telescoop na. De besluitvorming is voorzien voor 2024. Uiteindelijk zal een bedrag van bijna 1miljard Euro aan Nederlands geld gekoppeld worden aan een dergelijk bedrag uit Europese fondsen. https://bit.ly/36kgOy0

ARTIST IMPRESSION EINSTEIN TELESCOOP

En dan verschijnt er zo rond 2035 op 200 meter onder de Limburgse grond een telescoop waarmee zwaartekrachtgolven bestudeerd kunnen worden. Een dergelijke investering in de kennispositie doe je natuurlijk niet zomaar. De geologische condities mogen in deze regio goed zijn. Het biedt ook een forse investering in hoogwaardige werkgelegenheid. En dat kunnen we in deze regio best gebruiken.

PleinAir v/h MAA?

Eind Maart was er een bespreking van een tweede ambitieus plan. Er woedt een stevige discussie over de toekomst van de luchthaven in deze regio MAA. Provinciale staten zal op 3 juni een besluit moeten nemen over de vernieuwing van de landingsbaan. Daar prijkt natuurlijk een aardig kostenplaatje aan.  En uit een daarvoor gemaakte Maatschappelijke Kosten Baten analyse blijkt dat, welke keuze dan ook gemaakt wordt, er in geld uitgedrukt een fors bedrag mee gemoeid is. Afkopen van belangen bij het niet doorgaan van de investering of bekostiging van de investering zelf, de bedragen qua kosten is het al gauw vergelijkbaar. Qua opbrengst zijn er grote verschillen. Heeft de regio wel baat bij een luchthaven. In een straal van 100 km zijn er veel alternatieven. En als MAA de samenwerking met Schiphol aangaat voor vrachtvervoer wat levert dat de regio dan meer op een beperkte werkgelegenheid? Reden genoeg om te kijken naar alternatieven. De studie die door bureau van Francine Houben van het bureau Mecanoo werd gepresenteerd laat een groot aantal kansen zien https://bit.ly/3vnyO2O

pleinAir

Deze kunnen realiteit worden als de luchthaven wordt gesloten en deze omgeving wordt benut voor wonen, toerisme, kennisintensieve ontwikkeling en innovatie samen met de Chemelot/Brightlands campus en de ondersteuning van duurzaam energieopwekking en -gebruik. Die kansen moeten meegewogen worden bij een besluit over de vernieuwing van de landingsbaan. De studie  pleinAir vraagt om een nadere uitwerking van deze kansen.zal een vervolg op deze intrigerende gedachtenontwikkeling gegeven worden.

Chemelot en Brightlands campus

Een belangrijk deel van de regionale werkgelegenheid bevindt zich op het terrein van Chemelot. Eerder heb ik al eens aandacht gegeven aan de transitie die daar heeft plaatsgevonden. Van een steenkool gerelateerde industrie een transitie naar chemische en voedingsmiddelen gerelateerde bedrijvigheid. Van noeste ondergrondse handenarbeid naar hoogwaardig chemisch technologisch kennisintensief werk. Vanuit het eerder aangehaalde Nationale Groeifonds zijn nu projecten op het gebied van circulaire plastics, biomedische productietechnologie en watertechnologie door het fonds gehonoreerd. En als het aardgas op is lonkt de toepassing van waterstofgas als energiedrager; daarvoor vinden nu ook investeringen plaats. Zozeer zelfs dat een andere grote speler op deze campus “Sabic” bezig is de eigen toekomst aldaar te herbezien. Sabic is de afsplitsing van wat eens Staatsmijnen/ DSM was en heeft de grote naftakrakers over genomen. Deze krakers zijn bijna aan het einde van hun technologische levensduur. Het beëindigen levert een forse bijdrage aan de duurzaamheidsambities van Chemelot. Het past ook in de verandering van het profiel van Chemelot als bedrijventerrein. Maar, komt de transitie van Chemelot op tijd, net zoals de transitie van mijnbouw naar (fijn)chemie op tijd kwam? Een behoorlijke uitdaging voor de publiek-private samenwerking in de regio.

Toerisme in de regio

Wonend in de mooie gemeente Beek is het goed toeven. Niet voor niets was het een van de vroegere burgemeesters die de claim uitbracht dat Beek, de poort van het Heuvelland vormt. Oftewel de toegang tot een rijk en afwisselend landschap. Om de 5 kilometer een dorp met een andere karakteristiek, cultuur en dialect. Voorzien van typerende gebouwen kenmerkend voor de combinatie van wonen en werken in de agrarische sector. Meer naar het zuiden tref je dan het echte Heuvelland aan, nu vooral een toeristische trekpleister.  De economische transitie heeft daar eigenlijk weinig positiefs aan bijgedragen. Lang kon economische vooruitgang samengaan met die toeristische mogelijkheden. Het lijkt wel alsof de rek er een beetje uit is. De toekomstplannen m.b.t. luchthaven en economische motor  vormen steeds meer een bedreiging voor dat toerisme. Natuurlijk heeft de coronaperiode geen goed gedaan aan de ontwikkeling van het toerisme. Het valt op dat ook de voorvechters van de menging van economische en toeristische functies vragen om nadere bezinning. Zo is althans de roep van Camile Oostwegel te interpreteren als hij stelt dat “een neergang van het toerisme in de lucht hangt”. https://bit.ly/3EoSwPV Hij reageert daarmee op de MKBA zoals die voor MAA is gemaakt.  Als iemand met die staat van dienst zo reageert dan zou je denken dat er onderliggend toch een verandering speelt waar bestuurders kritisch op zouden moeten inspelen. Doen ze dat ook? Veel is daar nog niet van te merken.

Wonen in de regio en duurzaamheid

Nog zo’n thema waarbij het zaak is dat er op korte termijn echte stappen gezet moeten gaan worden. Ook op lokaal niveau. Het gemengde stedelijk en landelijke karakter van een dorp als Beek bepaald het een prettige woonklimaat. In de laatste strategische visie is dat als een belangrijk kernpunt voor het gemeentelijk beleid onderkend. Maar hoe duurzaam is die woonomgeving? Een recent bericht geeft aan dat dit tegen valt. https://bit.ly/3M1U19a    Veel huizen zijn gebouwd in de naoorlogse periode. Grotendeels ook in de regionale traditie van zelfbouw. Aanleiding gevend tot een grote variëteit van woningen met een doorgaans aantrekkelijke architectuur, maar duurzaam? Nee, de ruim aanwezige steenkool en later het aardgas vormden nou niet bepaald een prikkel tot een duurzaam energiebeheer. Tijd voor bestuurlijke prioriteit.  Maar na een bestuursperiode met een “klimaat” wethouder; geeft de in de krant aangehaalde constatering aan dat duurzaamheid actief moet worden opgepakt.

Wat zijn de gevolgen voor het bestuur?

Deze thematische rondgang aan de hand van enkele recente berichten laat zien dat de uitdagingen voor het lokale en regionale bestuur er niet om liegen. Zelden komt een dergelijk groot aantal lijnen bij elkaar. Een keuze met betrekking tot de luchthaven is niet alleen een keuze voor continuïteit van een bepaalde economische sector. Het is ook een keuze die grote gevolgen heeft voor de energietransitie, en het creëren van toekomstige en het behoud van bestaande werkgelegenheid. Het lijkt er op dat het politiek / bestuurlijke speelveld in enkele maanden tijd drastisch veranderd is. Het is voor mij nog maar de vraag of we in deze regio de bestuurders hebben die op tijd in staat zijn de bakens te verzetten. Oude stokpaardjes loslaten en vervangen door nieuwe perspectieven en in staat zijn daarvoor het benodigde draagvlak te creëren vergt bestuurlijke moed. De transitie van staatsmijnen / DSM naar het huidige Chemelot is een succesvol voorbeeld van een dergelijke transitie. Grotendeels vormgegeven binnen de contouren van het bedrijf zelf. Maar wat nu gevraagd wordt vergt een publiek/private samenwerkingen is van een andere orde. De hele regio is erbij betrokken. De energietransitie vraagt een ander ruimtebeslag vragen. En dat in een op tradities georiënteerde en vergrijzende samenleving. Biedt die bestuurlijke omgeving voldoende ruimte voor een toekomstgerichte strategie? Of gaan de hakken in het zand ten faveure van de status quo? Een niet te onderschatten uitdaging voor de bestuurders. 

Gepubliceerd door charleswillems

Lange afstands wandelaar Vrijwilliger in Beek bij CDl en stegen35

Plaats een reactie