16 jaar raadslid hoe kijk ik daar op terug

krijg het lintje van de burgemeester Christine van Basten opgespeld na bewezen diensten

De weg naar het raadslidmaatschap was er een met hindernissen. Pas bij mijn derde poging lukte het. Maar terugkijkend was het zeer de moeite waard. Een ambitie om in het college te komen heb ik nooit gehad. Ik had en heb gelukkig een leven naast de politiek.Ik heb het raadswerk vanuit alle hoeken en gaten mogen zien.Heb alleen geen deel mogen uitmaken van een rekenkamer. Wat had ik graag daar mijn inzet in geleverd.

Het raadswerk is voor mij niet alleen een intellectuele uitdaging geweest. Vele ontmoetingen binnen en buiten het dorp hebben mij ook een betrokkenheid gebracht bij het dagdagelijkse leven in dit dorp. EN ja daar veranderd wel het een en ander in de loop van 16 jaar.

Ik wil niet over mijn politieke graf regeren. Toch wil ik nu gezegd hebben dat Beek veel meer werk moet maken van echte burgerparticipatie. De bereidheid bij die burgers is er. Het is enkel een verhaal van hoe geef je mensen hun eigen stem terug in ontwikkeling en uitvoering van wat ook volgens hen nodig is. In die zin sta ik nog steeds achter de leus die ik in 2002 hanteerde: “Beek, een gemeente van en voor de Beekenaar”

Ik wil danken voor het vele werk dat in het gemeentehuis wordt verzet. Denkkracht en daadkracht is er genoeg. Ik zou willen dat de vakinhoudelijke expertise van die ambtenaren veel duidelijker als onderdeel van de beleidscyclus gehoord mag worden. Dat wil zeggen in de beeldvormende fase en zonder een bestuurlijk filter. Dat voorkomt heel wat politiek geneuzel en brengt deze mooie gemeente sterker vooruit. Ja ook op dit punt zou ik willen zeggen “Tijd voor verandering”.

De kiezers en Progressief Beek dank ik dat ik deel heb mogen uitmaken van de Raad van Beek.

Greetje en mijn jongens dank ik voor het mogelijk maken, het heeft ook van jullie tijd en inzet gekost. Inmiddels wonen enkelen van jullie niet meer in Beek. Maar ook voor jullie heb ik het gedaan.

Stilzitten is er niet bij, na een lange wandeling dit voorjaar zult u mij terug kunnen zien in de Beekse Kern waar ik mij blijf inzetten als vrijwilliger.

Tot zover de tekst zoals ik die heb uitgesproken als dankwoord. Daaraan vooraf ging een mooie toespraak van onze burgemeester gericht aan alle vertrekkende raadsleden en ook aan mijzelf (min44:30-47:10). En ook nog die van onze fractievoorzitter Eric Heitzer (min 59:28-1:05;00) waarna ik aansluitend -voor een keer dan- bovenstaand laatste woord mocht uitspreken.

CHANNEL.ROYALCAST.COM

Gemeente Beek – Raadsvergadering

Dinsdag 29 maart 2022, 19:00:00.

Zoveel mooie woorden na al die inspanningen. Gelukkig kon ik mij op weg naar het spreekgestoelte beetpakken en heb ik bovenstaand laatste woordje naar volle tevredenheid tot de raad kunnen richten. zie https://bit.ly/36CRUd3

En nu door….

Het afscheid als raadslid zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor dit blog. Qua inhoud, vorm en frequentie wellicht. Maar nu ik dit communicatiemiddel eenmaal gevonden heb zal ik daar niet langer van afzien.Of het ook voor de lezer interessant is? Ik doe mijn best maar dat is toch aan de lezer zelf.

16 maart 2022, eind van een periode als raadslid

Een voor mij gedenkwaardige dag. Het is de zesde keer dat ik op een lijst sta voor de gemeenteraadsverkiezingen. In 1998 was het de eerste keer. Ik was gestrikt voor deelname op de lijst van D66 in de gemeente. We waren tot dan vertegenwoordigd in de raad. Maar continuïteit organiseren zat er niet bij. Deels lag dat aan het gebrek aan interne continuïteit maar ook aan de ietwat rommelige campagne die toen gevoerd werd. Het gevolg was dat de toegang tot de echte discussies er niet bij zat. 

Toch volgde ik op afstand de raadsvergaderingen. Dat ging nog vooral via de draadomroep. Vanuit de achterban werd in 2002 een beroep op me gedaan om als lijsttrekker mee te gaan doen. Dat was voor mij wel een aardige uitdaging. Beek was (en is) een bolwerk van partijen die op basis van persoonlijke steun politiek bedrijven. De rol van verenigingen als leverancier als stemmen is dan ook niet te onderschatten. De introductie van het duale stelsel in dat jaar was een lonkend perspectief om het toch te gaan proberen.

mijn campagne als lijsttrekker in 2002

Zelf zat ik wel in verenigingen maar niet in Beek doch in het naastgelegen dorp. Politiek gesproken heb je daar niet zoveel aan. Maar we hadden voldoende lokale mensen op de lijst en naar ons idee een goed inhoudelijk verhaal. Maar helaas, aan het eind van de telling kwamen we zo’n 30 stemmen tekort. Een flinke teleurstelling op dat moment. Maar als ik toen had geweten wat ik nu weet had ik daar niet zo rouwig om moeten zijn.

Wederom bleef ik de ontwikkelingen volgen. Als je eenmaal met dat virus behept bent is er geen ontkomen aan. Bij de analyse van die nederlaag trokken we een belangrijke conclusie. We zouden niet meer als D66 lijst gaan, dus als vazal van een landelijke partij. Nee we zouden gaan proberen om dat gedachtegoed onder te brengen bij een lokale partij. In de voorbereiding van de verkiezingen van 2006 -2010 is die stap dan ook gezet. Het nodige vooroverleg leidde ertoe dat de partij Progressief Beek herkenbaar werd als een lokale Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving samenwerking tussen D66, PvdA en Groen Links. 

de eerste fractie met Herman van Rens, ikzelf, Marleen de Visser (voorzitter) René Muurmans en wethouder Jan Bijen

In de campagne bleek dat die combinatie als verfrissend werd gezien. We kregen wel 4 zetels. En na onderhandeling ook nog een plek in het college. Als gevolg daarvan kwam ik voor het eerst als opvolger in de raad. Met zijn vieren konden we een goede verdeling van portefeuilles organiseren. Dat is gewoon niet te doen als eenling. Voor mijzelf werd het Bestuurszaken en Financiën. Er gaat zonder meer een wereld voor je open maar wat mij betreft was het een mooie uitdagende tijdsbesteding. 

In de daaropvolgende periode (2010-2014) vertoonden we vormbehoud en kwamen wederom met vier raadsleden en een wethouder in het college terug. Zelf maakte ik de wissel naar de commissie Grondgebiedszaken. In die periode konden we letterlijk meters maken. Het project Keutelbeek kwam vanuit het papier tot leven en werd het eerste stuk van gerealiseerd.

Ook in de periode 2014-2018 kwamen we met 4 zetels in de raad. Ik het eerste jaar ook nog met een wethouder in het college. Zelf kreeg ik het erg druk. Niet alleen werd ik voorzitter van de commissie Inwonerszaken. Die commissie kreeg een wel zeer zware taak met het begeleiden van de decentralisatie van Jeugdzorg, Participatie en WMO. Ook nu nog is dat nog een ingewikkeld dossier voor alle gemeenten. Daarnaast werd ik ook fractievoorzitter. Dat is een ware aanslag op je vrije tijd maar omdat ik eerder ook in andere commissie meegedaan had en het overleg met mijn fractiegenoten goed verliep was het goed te doen. Maar,… na ruim een jaar brak het college. De coalitiepartij wilde niet langer met onze wethouder samenwerken. Een dergelijke rolwisseling van coalitiepartij naar oppositiepartij vraagt een wel heel andere opstelling van de hele fractie. Hoofdzakelijk komt dat doordat je opeens een enorme informatieachterstand hebt.

fractie in de periode 2018-2022

Bij de verkiezingen van 2018 hebben we daar geen verandering in kunnen aanbrengen. Dus ook in de periode 2018-2022 maken we deel uit van de oppositie. Ik heb er voor gekozen om meer inhoudelijk werk te gaan doen als lid van de commissie Inwonerszaken en niet langer als commissievoorzitter door te gaan. Intern hebben we de afspraak gemaakt dat ik na twee jaar het fractievoorzitterschap door zou geven aan mijn opvolger Eric Heitzer. Zelf ben ik uiterst content over hoe we dat met elkaar in deze periode hebben kunnen regelen. Dat die overgang van voorzitterschap samenviel met het begin van de coronapandemie was puur toeval. Maar voor mij en Eric had dat nauwelijks invloed op de veranderingen die we meemaakten. Dat de inhoud voorop kon staan heeft wat mij betreft goed gewerkt.

In de aanloop naar de verkiezingen van vandaag heb ik voor mijzelf besloten dat ik de fakkel over zou gaan dragen aan een ander. Intern heb ik me op een niet verkiesbare plaats laten zetten. Hooguit een activiteit als commissielid zou ik willen doen. Dat scheelt een behoorlijke slok op een borrel.

bij de start van de campagne 2022

Het vervolg heb ik later geschreven . Onder die noemer ” tijd voor verandering” heb ik meegedaan aan het schrijven van een programma. En ook mijn beste beentje voorgezet als het ging over de campagne te voeren. Ik moet zeggen dat ik gaandeweg mijn verwachting moest bijstellen. Was ik in het begin kritisch op de campagnestrategie, na het voeren van de vele gesprekken op de markt kwam er een kentering. Zou het toch lukken dat vormbehoud?

Nu de uitslag binnen is is het resultaat iets waarvoor ik een half jaar geleden onmiddellijk getekend zou hebben

We houden onze 4 zetels vast en bij een lager aantal uitgebrachte stemmen winnen we er nog zelfs 61. Als dat geen vormbehoud is, je zou dat zelfs winst mogen noemen.

Hieronder het resultaat in beeld

het voorlopige eindresultaat in 2022

We houden onze 4 zetels maar de collegeverhouding verandert volledig. Dat schept mogelijkheden voor een goede onderhandeling. De ideeën en de mensen zijn er.  Voor mij een goed moment om als raadslid afscheid te gaan nemen.

Tot zover voor nu. De komende dagen zal ik nog eens terug gaan denken over wat in de verschillende perioden de belangrijke inhoudelijke zaken voor mij zijn geweest. Maar zoals uit het getalsmatige overzicht al blijkt is er alle reden geweest om tevreden erop terug te kijken. De steun van de kiezer is er vanaf 2006 altijd geweest. En dat zegt toch wel iets. 

Ontreddering nabij

Het is nu 10 maart als ik aan deze blog ga beginnen. Rusland ik bedoel Poetin is al ruim twee weken in oorlog met Oekraïne. Hij is bezig met een weerzinwekkende genocide. Het enige wat hij lijkt te willen is het volk met de grond gelijk te maken. Dagelijks staan de gruweldaden volop in de krant. Ik kom er niet meer toe om de eerste 10 pagina’s ellende te lezen. Het is te verschrikkelijk. Een bruut einde aan ruim 75 jaar vrede in west Europa. En ondanks de eenheid die in Europa zo afgedwongen is, ondanks de sancties die vooral de Russische burger raken is het westen (de NAVO landen) bevreesd om betrokken te geraken bij deze oorlog. De ondersteuning die het Oekraïense volk en leger zo nodig heeft wordt niet geboden. Want ja we raken dan betrokken bij dit conflict en dan gaat Poetin over tot de inzet van kernwapens. Machteloze woede maakt zich van me meester en ik weet niet wat ik er mee kan doen. Hooguit heb ik bewondering voor de standvastigheid die de Oekraïense burgers zo hebben en de weerstand die ze bieden. Als je niet weg kunt is verzet inderdaad de enige optie.

In dezelfde tijd zijn wijzelf bezig met de voorbereiding van de gemeenteraadsverkiezingen. Als ik tot me door laat dringen met welke pietluttigheid we dan eigenlijk bezig zijn; lokale vrede versus wereldvrede voel ik wederom een blok in mijn maag. En toch zet ik me in om mensen naar de stembus te krijgen. En ja als dan op de markt iemand tegen me zegt dat die niet gaat stemmen word ik eigenlijk boos, al helpt dat het gesprek niet. Snap je dan niet wat de waarde is van de democratie die wij hier met zijn allen dagdagelijks onderhouden. Juist in deze tijd kun je eenvoudig zien dat het allemaal niet zo vanzelfsprekend is. Kennelijk zijn we zo verwend dat we niet in de gaten hebben hoe dun het vredeskoord is waarop we lopen. Kennelijk nemen we de vrijheid van meningsuiting en ons stemrecht als zo vanzelfsprekend aan dat we in mijn gemeente niet eens collectief stil durven te staan bij de uitslag van de gemeenteraadsverkiezing. Die uitslag vieren – hoe die ook uitpakt- zou het feest van de democratie moeten zijn waar ook in mijn dorp aandacht aan gegeven wordt. Maar nee, dit jaar is het een bijeenkomst in beperkte kring in het gemeentehuis.

Ook in eigen land lopen mensen rond die de acties van Poetin bagatelliseren. Mijn verstand staat daarbij stil. Maar dat kan ik die mensen natuurlijk niet vertellen besef ik me in het gesprek op de markt. In zo’n gesprek probeer ik te achterhalen waar de teleurstelling in het lokale bestuurlijke gebeuren vandaan komt. (vaak is het een afkeer van De Politiek en heeft het met de gemeente niets van doen.) En een enkele keer is het verloop van dat gesprek dan iets positiever. Al reken ik me niet rijk, want of die persoon uiteindelijk het stemhokje weet te halen zal ik nooit te weten komen.

twee van de 75 foto’s van Martin Schoeller te zien in Museum aan het Vrijthof te Maastricht

Midden in de week bezoek ik een tentoonstelling in Maastricht. Een portrettengalerij met 75 foto’s van joden die de holocaust nog overleefd hebben. Deze eenvormig door Martin Schoeller genomen portretten met de verhalen van de mensen daarbij maken een diepe indruk op me. Ongelofelijk welke vergevingsgezindheid daaruit spreekt ondanks het leed wat hen in familiare kring is aangedaan.  Ergens geeft dat troost die beelden in deze periode van oorlog op me te laten inwerken. Het geeft de kracht om vanuit de eigen mogelijkheden te blijven doen wat mogelijk is. Mijn verhaal te delen met anderen. Mijn inzet voor gezin en gemeenschap waar ik deel van uitmaak te blijven continueren.

Natuurlijk vraag ik me af hoe we in deze situatie verzeild zijn geraakt. Steeds duidelijker wordt dat het regime van Poetin al decennia bezig is met het indoctrineren van de Russische bevolking met alle middelen die ze daarvoor maar kunnen bedenken. Onze westerse naïviteit is natuurlijk de reden ervoor dat we dat niet eerder doorzien hebben. Dat we de moderne communicatiemiddelen als neutrale middelen hebben gepropageerd. Zonder te zien dat je ook daar een andere boodschap diep kunt verankeren in het nietsvermoedende brein van mensen. Nu is dat niet zo eenvoudig te corrigeren. Ook al hebben we de middelen om de boodschap te delen. Zoals Elon Musk met zijn satellieten in staat is het Oekraïense volk van internet te voorzien, lukt het zo niet om tegenwicht te bieden tegen de Russische propagandamachine. Nee die zit zo breed verankert in de top van de Russische machtskoepel (die veel breder is dan enkel Poetin) en wordt zo gericht technologisch ondersteund, daar is de eerste jaren geen doorkomen aan.

Sancties zoals ze nu door het westen zijn doorgevoerd morrelen natuurlijk aan de interne stabiliteit van Rusland. Ik heb geen idee hoeveel tijd nodig is om zo echt een kentering te organiseren. En wat is er dan over van het Oekraïense volk en Oekraïne? Misschien kan het voor mij ongelofelijke van een derde wereldoorlog nodig zijn om echt een verandering te organiseren. Maar waarschijnlijk zitten we er al middenin, alle bezweringen ten spijt van “wij het westen raken niet betrokken”. Dat zal de tijd gaan leren. 

Maar net als velen ben ik mijn veiligheidsgevoel nu kwijt en kijk ik aanmerkelijk minder positief naar de toekomst.

Wat een jaar maken we mee. Een jaar waarin we 50 jaar na het rapport van de club van Rome moeten constateren dat mijn generatie er niks van heeft gebakken en we afstevenen op een forse klimaatverandering die de diversiteit van de soortenrijkdom op deze wereld  en daarmee haar toekomst, bedreigt. Nu ook nog een jaar waar we straks het label kunnen opplakken van de start van een derde wereldoorlog.

het is nu zaterdag avond 12 maart. Poetin blijft bommen gooien en opent de aanval op de graanvoorraden van Oekraïne. Met heer Bommel kan ik nu slechts uitroepen: Tom Poes verzin snel een list.

Dualisme in de gemeenteraad van Beek, een persoonlijke inkijk en vooruitblik

Eigen ervaring in het duale stelsel

Binnenkort maken we – na de verkiezingen van maart 2022  – de 200e raadsvergadering in Beek mee die onder het zg “duale regime” valt.Op 28 februari 2002 werd het duale systeem bij wet aangekondigd en in oktober van dat jaar ingevoerd. https://bit.ly/3H3pZzg Dat hield onder andere in dat wethouders na hun verkiezing geen deel meer uitmaken van de Raad. Zij zijn als uitvoerders van raadsbesluiten een beetje op afstand geplaatst. Althans, dat is de bedoeling van de wetgever geweest. Vanaf 2006 heb ik ongeveer zo’n 160 raadsvergaderingen in dit systeem mee mogen maken. Deels als lid van een coalitie partij en vanaf 2015 als lid van een oppositie partij. Maar ik moet constateren dat ik nauwelijks iets gemerkt heb van dat duale karakter. De overleggen van de raad hebben in beide perioden een vergelijkbaar karakter gehad. Wel is de invloed die je als raadslid van een coalitiepartij hebt om het beleid te beïnvloeden ontegenzeggelijk groter. Zo hebben wethouders van een coalitiepartij de behoefte om ook de vergaderingen van de steunfractie te bezoeken. Dat geeft de mogelijkheid om in het voortraject in te spelen op de informatie die je dan krijgen kunt. Maar nadat de coalitie gesproken heeft en het voorstel op de agenda staat is er van een open dialoog met de raad eigenlijk nauwelijks sprake. Dat heeft natuurlijk sterk te maken met de ambitie die de raadsleden hebben om onderling met elkaar het debat over de voorstellen aan te gaan. En die ambitie  blijkt in de praktijk van de Beekse raad nogal afwezig te zijn en tegen te vallen. In de tweede periode heb ik als lid van de oppositie flink getrokken aan de vernieuwing van de procesgang in de raad. De introductie van z.g. “Beeldvormende vergadering” zou een mogelijkheid zijn om als raad aan het begin van een beleidstraject echt mee te denken over de richting die het beleidsvoorstel zou moeten krijgen. Dat zoun ook goed passen bij de kaderstellende rol die de raad heeft in het duale stelsel. Maar helaas, de zittende coalitiepartijen vonden het maar niks. En zo kwam de discussie over de inhoud niet eens op gang. De coalitie vormt een gesloten front en dat blijft net zo lang als de getalsverhoudingen in de Raad dat mogelijk maken. Er valt dus voor de Beekse inwoner wel wat te kiezen tijdens de verkiezing voor de gemeenteraad in maart.

voorbeelden

Een aantal recente ervaringen geven een aardige ondersteuning van het beeld dat ik hierboven schets.

  • In de commissievergadering Inwonerszaken van februari had ik graag het onderwerp “Ambulancezorg” aan de orde gesteld. Dit naar aanleiding van een te nemen besluit door de gemeentelijke vertegenwoordigers bij de Gemeenschappelijke regeling over dat onderwerp later die maand. Maar het presidium wees het zonder verdere motivatie af. In de wandelgang vernam ik dat de betreffende wethouder geen behoefte had aan verdere discussie over dat onderwerp. Vanuit de andere groeperingen werd hier niet op gereageerd.
  • In diezelfde vergadering kwam aan de orde een onderzoek over het accommodatiebeleid van deze gemeente. Hiertoe had de raad in oktober vorig jaar een unanieme motie aangenomen. Niet alleen moest het college herinnerd worden aan dat gegeven. De uitvoering strookte niet met de ideeën die ten grondslag lagen aan de betreffende motie. Maar wederom vonden de coalitiepartijen het wel best.  
  • Een derde voorbeeld betreft ook een unaniem aangenomen motie. Dit keer over de ontwikkeling van een pilot in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning WMO. De gemeente voert dit uit in samenwerking met andere gemeenten in de regio. Bij de beantwoording van op dit punt gestelde vragen moest het college herinnerd worden aan de aangenomen motie. Het verzwijgen van de motie maakt kennelijk onderdeel van een strategie. Het niet uitvoeren daarvan is een vervelend aspect van de geldende bestuurscultuur. Als je als college het er niet mee eens bent dan kun je toch aan de raad zeggen dat je de motie niet wilt uitvoeren. Maar dat past niet in de regie van het duale stelsel zoals we dat in de gemeente hebben.

Logisch dat mijn groepering bij de komende verkiezingen als motto heeft “Tijd voor verandering” Een opener debatcultuur is het noodzakelijke begin van een bestuurlijke vernieuwing ook op gemeentelijk niveau. 

aan het woord tijdens een commissievergadering

Veranderingen in gemeentelijke verantwoordelijkheden.

Door de jaren heen is er nogal wat veranderd in de taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de gemeentelijke overheid. Het voert te ver om hier een overzicht van te geven. Maar door bijvoorbeeld de decentralisatie van de WMO, de participatiewet en de wet jeugdzorg is in 2015 een behoorlijke verandering geïntroduceerd. De complexiteit daarvan is niet te onderschatten, al was het maar door de te beperkte middelen die de gemeenten hiervoor van het rijk hebben gekregen. Logisch dus dat regionale samenwerking het geëigende middel geworden is om dit beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Zo kent mijn gemeente ca 30 Gemeenschappelijke regelingen. Voor een individueel raadslid wordt het dan heel moeilijk om de ontwikkeling van het beleid te kunnen beïnvloeden.  Zeker als de coalitiepartijen vanaf het voortraject elkaar de hand boven het hoofd houden. Het hebben van een goede debatcultuur waarbinnen in alle fasen van beleidsontwikkeling naar elkaar geluisterd wordt is dan een randvoorwaarde. Anders rest je als raadslid enkel de zg “loszittende stoeptegel” oftewel het benadrukken van incidenten. Helaas is dat ook keuze van de journalistiek bij het geven van aandacht aan de lokale bestuurlijke ontwikkeling. Wel incidenten benadrukken maar inzicht geven in het besluitvormingsproces dat zich voltrekt is er niet bij.

Is Beek uniek?

Wis en waarachtig niet. Dat wordt treffend geïllustreerd in het artikel dat onlangs in de NRC is beschreven over de gemeente Ysselsteijn. https://bit.ly/3BDNLAz Ook daar een veelheid van regionale samenwerkingen. En een zeer gebrekkige invloed van raadsleden op de lokale politieke agenda. In die gemeente speelt de discussie om tot gemeentelijke herindeling te komen. Dat hebben we in Beek (nog) niet. Het roept bij mij herinneringen op aan de beginperiode dat ik net in de raad zat. Toen hadden we het over bestuurlijke samenwerking in de regio Westelijke mijnstreek (2006-2010). Met behulp van veel extra financiële middelen, verkregen vanuit de provincie, is het nodige in gang gezet. Onze gemeente heeft zo een regionaal werkend centrum voor aangepast sporten kunnen ontwikkelen. Terwijl b.v. buurgemeente Sittard-Geleen heeft kunnen werken aan een routeinformatiesysteem voor het verkeer. Op zichzelf staand prima ideeën. Maar na afloop van het regionale programma, de middelen waren immers op, verdween de samenwerking. En wat blijkt achteraf? Er was geen eenheid van visie en doelstellingen, iedere gemeente vocht voor de eigen doelen.  Als raadslid ga je daar ook zeer gemakkelijk in mee. Wat er in andere gemeenten gebeurt kun je niet overzien. Dus hoe moet je daar een oordeel over kunnen vormen? Onze fractie heeft toen een pleidooi gehouden voor regelmatige gemeenschappelijke vergaderingen van alle raadsleden van de samenwerkende gemeenten. Maar dat blijkt in de praktijk slechts incidenteel te kunnen.

Voor mij was toen en is nu de slotsom dat de raad zich moet kunnen richten tot die onderwerpen die het daadwerkelijk kan beïnvloeden. En dat de bovengemeentelijke onderwerpen toegewezen moeten worden naar een ander gremium. Dat hoeft niet direct een vierde bestuurslaag te worden al kan een ooit door D66 gepropageerd districtenstelsel een goede stap zijn. Eigenlijk had Thorbecke het destijds al best goed gezien met zijn driedeling in het bestuur. Ook nu nog kan dat werken, maar wel pas nadat een hernieuwde afbakening van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden is geregeld. 

EN de dualiteit in de gemeente Beek dan?

Bij de start van de huidige raadsperiode is getracht een zg “raadsakkoord” te vormen. Oftewel een door alle partijen in de raad te ondersteunen beleidsplan. Het te vormen college van Burgemeester en wethouders zou dat vervolgens kunnen gaan uitvoeren.  Als dat een garantie zou zijn voor een open dialoog zoals bedoeld met de invoering van het dualisme zou ik dat best willen omarmen. Maar gevoed door de ervaring van 16 jaar raadslid in de gemeente Beek vrees ik dat die discussie enkel gevoerd wordt tot het moment dat handtekeningen onder het plan staan of tot de wethouders zijn benoemd. En daarna zal het stil gaan worden. Daarom ben ik daar niet voor. Ik heb in deze blog vaker verwezen naar H.J.Tjeenk Willink met zijn notities “Groter denken,  kleiner doen”. https://bit.ly/36lcnm1 Dat lijkt mij een beter begaanbare weg. Open het debat. Niet alleen in de raad, maar zeker ook met de lokale bevolking. En vooral; richt je op die zaken die van wezenlijke invloed zijn op de burger en die je als gemeentelijke overheid kunt beïnvloeden omdat je daarvoor de middelen en instrumenten voor hebt. Geef die burger een stem. Organiseer dat debat dan ook als wezenlijk onderdeel van de beleidscyclus die je als gemeente hebt uit te voeren. Niet voor niets tref je die onderwerpen dan ook aan in de flyer waarmee Progressief Beek de steun van de Beekse kiezer hoopt te verwerven.  https://bit.ly/35evX33.  Lokaal valt er echt iets te kiezen.

Een nieuw jaar starten met oud zeer? 

In dit eerste blog van 2022 kan ik natuurlijk niet om de hele coronageschiedenis heen. Die houdt ons nu al bijna twee jaar bezig. Met meer vallen dan opstaan vindt Nederland zijn weg hiermee. En als we alle gegevens mogen geloven doen we het niet eens zo slecht. Maar qua timing kon het op een aantal momenten beter. Inmiddels mag Ernst Kuipers zich als minister er mee bezig houden. En ja hij doet het anders. Korter en ietsje meer echte beelden erbij. Qua inhoud is hem dat wel toevertrouwd.

Maar helaas is de Nederlandse samenleving in verwarring. Velen volgen de maatregelen, zo neemt het aantal mensen dat een derde (=booster) prik gehaald heeft sterk toe. Indrukwekkend nu het eenmaal op gang gekomen is. Maar aan de andere kant is er een toenemend luidruchtigere groep die zich met alles ertegen verzet. Dat maakt het niet makkelijker op. Hoe komen we hier ooit uit?

Er wordt gewerkt aan een lange termijnplan. Maar te veel mensen willen doen alsof Covid er niet meer is. En ja dan komt er maar van wat ervan komt. Ze zeggen er nog net niet bij “kan mij wat schelen”. 

Het argument dat erbij gebruikt wordt is “kom niet aan mijn vrijheid”. Dat klinkt heel mooi maar is toch wel een beetje makkelijk geredeneerd. Na twee decennia neo-liberalisme zijn we aardig aan het doorslaan. En daar staan we niet alleen in getuige de ontwikkelingen elders in de wereld (USA met Trump, UK met Boris Johnson, Frankrijk met Le Penn) 

Dan een lange termijnbeleid ontwikkelen valt niet mee.

Zeker als nu gesteld wordt dat tijdens de kabinetsformatie er enkel met de geldbuidel gerammeld is om zo’n beetje iedere doelgroep tevreden te houden. (behalve de AOW-ers als ik de discussie in de tweede kamer mag geloven) zie de column van Sheila Sitalsing in de Volkskrant van 18 januari. https://bit.ly/3nzisB2

Er worden allerlei creatieve oplossingen gesuggereerd. Lange wintervakantie in plaats van  een lange zomervakantie. Omdraaiing van het theaterseizoen, 2-3 keer per jaar boosteren en ach laat dat virus maar uitrazen.

In de NRC van zaterdag werd dit dilemma mooi geschetst door Ginny Mooy https://bit.ly/325Oltw Ze was ook aanwezig bij een discussie bij OP1. Daar vertolkte ze haar standpunt samen met Burgemeester van Haarlem (Jos Wienen)  Maar het viel me op hoe snel de gespreksleider het thema “hoe accepteren we de aanwezigheid van het virus in onze samenleving” van tafel schoof. En toch zullen we het daar indringend met elkaar over moeten hebben. Ergo zoals Ginny terecht besluit:  hoe gaan we allemaal de consequenties van het doorgeven van een besmettelijke ziekte nu eindelijk eens serieus nemen? 

Ik las dit weekend een tweede artikel dat me ondersteunde in deze redenatie. Het staat in het blad IDEE in het themanummer over “verzet”. (no 213 dec 2021 pag 13-15) Sander van der Kraan beschrijft daar de paradox van het sociaal-liberalisme.

“Dat betekent dat verandering en verzet onmogelijk zijn noch dat pacificatie onvermijdelijk is. Het vereist alleen een andere aanpak en een ander fundament. Om het originele ideële streven van het sociaal-liberalisme daadwerkelijk voort te zetten moet het zichzelf ontleden en ontmantelen: de beoogde waarden van individuele vrijheid, kansengelijkheid en echte democratie kunnen alleen gerealiseerd worden door te breken met de kapitalistische en individualistische kern van de ideologie om zich vervolgens te keren tot collectiviteit en solidariteit” 

Deze slotconclusie van zijn betoog geeft mooi weer wat we kwijtgeraakt zijn na een zo lange periode van neo-liberalisme. Nee de verzuilde samenleving had best iets goeds. Namelijk het idee dat we onderdeel uitmaken van een collectiviteit die ons in staat stelt om onszelf te zijn en ontwikkelen. Maar de vormgeving van midden vorige eeuw met zijn verzuiling past toch echt niet meer. Het zal moeilijk worden om de gedachte aan een collectief bewustzijn weer een onderdeel te laten zijn van ons mensbeeld. Maar zonder dat zullen we niet in staat zijn op adequate oplossingen aan te dragen voor de problemen die we zelf gecreëerd hebben. Klimaat, sociale ongelijkheid, verdeling tussen arm en rijk en op mondiale schaal ook vreedzame co-existentie die we kwijt geraakt lijken te zijn.

Met deze gedachten ga ik komende dagen zien hoe in ons nationale parlement gesproken zal worden over de regeringsverklaring van het nieuwe kabinet. Dat kabinet had natuurlijk een andere leider moeten krijgen, het zou gelijk een stuk geloofwaardiger geweest zijn. Maar ook dan zou ik er niet gerust op zijn geweest. Toch wordt het tijd dat het besef van “samen met elkaar en voor elkaar” doordringt in het publiek besef van Nederland. Ik vrees dat we het nieuwe jaar ingaan met een forse lading oud zeer in plaats van met elkaar de dialoog aan te gaan.

Transformatie!

Een terugblik op het jaar dat maar niet op gang kwam

Aan het eind van de maand januari ben ik begonnen met het schrijven van een blog. Doel daarbij is het vastleggen van mijn gedachten en bevindingen. In eerste instantie puur voor mijzelf. En, gebruik makend van de ervaringen die ik al lezend, ontmoetend en reizend heb opgedaan. En vervolgens ook gebruik makend van de mogelijkheid om die via dat blog te delen. Reacties daarop krijgen is mooi meegenomen. Dat past bij mijn algemene instelling als kenniswerker: delen is vermenigvuldigen. Anders dan het delen van de bijdragen via bij instagram account en via linkedin heb ik daar verder geen moeite voor gedaan. En ja, het is mijn blog een enkele uitzondering daargelaten komt mijn naaste familie niet aan bod.

Zo aan het eind van het jaar daarop terugkijkend helpt het me hopelijk om een beetje grip te hervinden op dit rare jaar. Gelijk eenieder werd ook ik zeer beperkt in de mogelijkheden vanwege Corona. De activiteiten als lokale vrijwilliger werden frequent on hold gezet. Museumbezoek was maar beperkt mogelijk dus is het aantal reiskilometers met eigen of openbaar vervoer is zeer gering. Dus waar houdt zo’n mens zich dan mee bezig?

In onderstaande figuur is het overzicht van de titels opgenomen. Daarnaast staat een korte weergave van de belangrijkste inhoudelijke thema’s . 

onderwerpaantal
Transformatie12
Raad Beek11
Corona9
Klimaat8
Verkiezingen/formatie5
Jeugd4

Dat ik zo vaak iets vermeld heb gerelateerd aan het werk als raadslid in de gemeente Beek is natuurlijk niet verrassend. Het vormt immers een belangrijk kader voor mijn maatschappelijke activiteiten. Opmerkelijk is wel dat ik me kennelijk ingehouden heb om veel te schrijven over het controversiële vliegveld dat we in onze gemeente hebben nl. MAA. Voor de lokale gemeenschap is dat een terugkerend en zorgen wekkend onderwerp. Terwijl de lokale politiek er met een grote boog omheen blijft lopen. Vanuit mijn groepering (Progressief Beek) agenderen we het onderwerp bij iedere zich voordienende gelegenheid. Mijn eigen acties in deze richt ik dan ook op ondersteuning van provinciale politici aangezien daar de discussie over een gezonde toekomst niet uit de weg gegaan wordt.

Transformatie als centrale thema

Terugkijkend constateer ik dat ik het vaak heb over een thema als “transformatie”. En eigenlijk is dat niet zo verrassend. Als professionele kenniswerker was dit onuitgesproken een thematiek die me veel heeft beziggehouden. Als betrokkene bij onderzoek via het verbinden tussen verschillende kennisdomeinen. In de loop van de tijd veranderden de onderwerpen, maar steeds weer vormde verbinden van kennis naar toepassing de kern. In de CLB tijd: celbiologie, haematologie en immunologie. Bij wetenschapsbeleid: hulpmiddelen voor gehandicapten. Bij TNO en IRV: ouderen en technologie. Bij Saxion en Zuyd: Zorg en technologie. In al die gevallen was ik de toepassingsgerichte ondersteuner die door partijen bijeen te brengen (langs de wegen van de inhoud!) bijgedragen heeft aan het creëren van nieuwe mogelijkheden. Niet voor niets was in de laatste 15 jaar mijn motto ‘Zorg en Technologie; Benut de mogelijkheden”. Daar zat immers voor mij de drive.

Toenemende innerlijke onrust

Zo terugkijkend naar mijn jaar 2021 valt me eigenlijk op waar de door mijn gevoelde onrust eigenlijk vandaan kwam. Heb ikzelf de neiging om verbanden aan te leggen tussen verschillende ontwikkelingen en daar kansen en mogelijkheden in te zien, dat blijkt geen algemeen gemeengoed te zijn. Want hoe logisch is het eigenlijk om te zien wat het gevolg moet zijn van de ontwikkelingen op klimaatgebied? Ontkennen kan niet meer dus doe iets aan de oorzaken (minder en duurzamere groei). En als mondialisering een van de oorzaken is van de exponentiële verspreiding van het corona virus en aanleiding geeft tot een lockdown. Hoe bizar is het dan om een mobiliteitspatroon gelijk weer op te pakken alsof niets is gebeurd? En als marktwerking in de zorg geen oplossing biedt voor verdeling van de schaarste waarom gaan we er dan toch mee door? Zo kun je door blijven gaan en dat deden we dan ook in het afgelopen jaar. Ondanks de roep op verandering had de nationale 2e kamerverkiezing helaas als resultaat dat het huidige kabinet door kan gaan omdat het een meerderheid behouden heeft. Meest verrassend in deze is nog dat het van maart tot december heeft moeten duren voordat er iets van een regeerakkoord gebrouwen is. 

Zoals gezegd voor mijzelf was dat eigenlijk alleen maar meer aanleiding om onrustiger te worden. Jezelf beperkingen op moeten leggen en dat terwijl de afslag naar een fundamentele verandering/verbetering maar niet genomen wordt. 

En als je dan zoals ik in een blog van 17 februari deed, teruggrijpen naar het rapport van de club van Rome, met daarin de schets van de klimaatontwikkeling, dan realiseer je je dat 50 jaar beleid vanuit mijn eigen generatie van baby-boomers niets, maar dan ook niets heeft gedaan om deze ellende te voorkomen. Dat besef drukte steeds zwaarder op me. Ik werd pas bij lezing van het boek van Jan Rotmans “Omarm de Chaos” een stukje geruster. Hij laat zien dat transformeren van organisaties en processen kan. Ook dat het kan ontstaan in het brein van enkelingen. Die op de juiste plek aangekomen de noodzakelijke krachten weten te ontwikkelen om een tijdrovend proces in gang te kunnen zetten. Paul Polman (unilever) Feike Seibesma (DSM) Marian Minnesma (Urgenda) Jonathan Pols (Milieudefensie) dat zijn van dat soort mensen die het verschil kunnen maken. In de politiek heb ik dat indertijd meegemaakt bij Joop den Uyl (PvdA) en afgelopen jaar gezien bij Sigrid Kaag. (D66). Ze maken het verschil omdat ze een beeld geven van de richting die ze in willen gaan, om het woord visie die ze hanteren maar niet te gebruiken.

En nu door?

En dat brengt me bij de transitie van 2021 naar 2022. Met een beetje herwonnen zelfvertrouwen durf ik de onrust die 2021 heeft gebracht wel achter me te laten en iets onbevangener te gaan zien wat 2022 in petto heeft. Geheel gerust ben ik er op landelijk niveau kijkend er niet op. Immers onze landelijke (marketing-) manager denkt nog steeds dat hij in staat is leiding te geven aan de ontwikkeling. Het treft daarbij dat hij niet behept is met iets wat lijkt op een visie. En dus zal het een richtingloze ontwikkeling zijn die onder zijn leiding doorgemaakt wordt. Tenzij er in zijn omgeving iemand opstaat die wel vanuit een eenduidig kompas een aantal gerichte stappen durft te gaan zetten. Maar dat is kennelijk aan moderne politici niet gegeven. De laatste column van Louise Fresco in de NRC hint daar in ieder geval wel naar https://bit.ly/3mHdq55  

En lokaal dan?

En lokaal zo zal de lezer zeggen. In bijna de helft van mijn blogs is een verwijzing naar de lokale politiek terecht gekomen. En daarbij gaat het dan ook om een verandering van werkwijzen op specifieke gebieden. En komend jaar hebben we de mogelijkheid om een wijziging in het lokale bestuur aan te brengen. Mijn groepering (Progressief Beek) vindt dat het nodig is getuige de prominent gebrachte leus “Tijd voor verandering”. Geheel logisch is dat ik met mijn kennis en ervaring meegeholpen heb om dat nieuwe programma tot ontwikkeling te brengen. Net zo logisch ook dat ik mijn plaats in het lokale bestuur ter beschikking ga stellen. Wie hem krijgt dat maakt de kiezer wel uit. Dus ook voor mij is het weer tijd voor verandering. En dat is wellicht aanleiding voor een volgende serie blogs in 2022!

Corona en andere chaos

oftewel; lukt het om overeind te blijven in deze (be-)stuurloze periode

We zitten midden in de vierde golf van de coronabesmettingen. De wekelijkse getallen zijn nog niet eerder zo hoog geweest. En dat terwijl we dachten langzaam naar de versoepelingen van de maatregelen kunnen gaan. En ja hoor weer een lockdown. Gedeeltelijk deze keer. Van 5 uur ‘s avonds tot 7 uur ’s ochtends. Dat het nodig is daar twijfel je niet aan. Zeker als je het indringende verhaal van de ziekenhuisbestuurder David Jongen via Buitenhof hoort. Zijn collega’s spreken al van “oorlogsgeneeskunde” oftewel redden wat er te redden valt en weten dat niet alles te redden is. Dan is het heel logisch dat de vertwijfeling toeslaat. En dat na een aanhoudende periode van enkele weken waarin veel bedden zijn vrijgemaakt voor de zorg aan corona patiënten. En nu wordt men gedwongen om ook zorg die niet langer dan 6 weken uitgesteld mag worden toch uit te stellen (kankerbehandeling, hartoperaties). Gelijk eerdere periode is de regio Limburg nu weer mee de eerste regio die het zo zwaar te verduren krijg. De redenen liggen deels in de vergrijzing maar toch ook al de veel langer bekende kortere levensduur als gevolg van een lagere sociaal economische status van de bevolking.

David Jongen Directeur Zuyderland

Onderschatting ernst situatie als oorzaak voor falen?

Het verhaal hoe dit zo kon gebeuren is eigenlijk niet zo spannend. Velen dachten we zijn klaar met het virus. Maar ja dat virus blijft hier. En het verrast ons steeds weer. De korte klap mag weer plaats maken voor de lange adem. Het is nota bene bijna twee jaar geleden dat de eerste geluiden over een merkwaardig virus de kop op stak. Twee jaar van geploeter om het er onder te krijgen. Collectief is dat niet gelukt zoveel is zeker. Een virus dat verandert en zich keer op keer aanpast en zorgt voor een nieuwe golf van infecties. Na de uiterst besmettelijke Delta variant mogen we ons nu teweer stellen tegen de nog besmettelijker Omicron variant. Eigenlijk is het fantastisch als je ziet hoeveel we in zeer korte tijd te weten kunnen komen over een dergelijk virus. Gisteren werd er bij Op1 al een plaatje getoond met de kenmerken van deze variant in vergelijking tot eerder waargenomen varianten. Zo is een Phylogenie oftewel een virusstamboom opgesteld aan de hand van de waargenomen mutaties

In het weekend klonk veel ophef over de ontdekking van dat nieuwe virus. De roep om de grenzen te sluiten en zo de verspreiding in te dammen klonk allerwegen. Maar nu, twee dagen later wordt duidelijk dat deze variant van het virus alweer veel langer onder ons is. Grenzen sluiten helpt dus niet als crisismaatregel. Maar de basismaatregelen zijn nog onverkort effectief in het voorkomen van de verspreiding.

Nemen we nu wel de juiste maatregelen?

Nog volstrekt onduidelijk hoe effectief de beschikbare vaccins tegen deze variant kunnen zijn en welke ziektelast ze gaat veroorzaken. Feit is dat nu wederom een belangrijke bijstelling in de strategie moet worden uitgedokterd. Is een halve lockdown het middel dat ons uit deze crisis helpt? En hoe lang mogen we die dan gaan toepassen?  En dat met een winter voor de deur. In de zoveelste persconferentie heeft het leidend duo Rutte en De Jonge voor het eerst iets van een boetekleed aangedaan. Toegegeven dat ze niet zo effectief hebben gecommuniceerd. Dat is goed om te horen, maar of het echt helpt. Die vraag mag zeker worden gesteld.  Maar nog steeds is de communicatie er niet op gericht om echt iedereen er toe te brengen om zich te laten vaccineren. Het helpt ook niet dat inmiddels duidelijk is geworden dat we na 6-9 maanden na de vaccinatie toch een boosterprik nodig hebben om de bescherming op peil te houden. De belangrijkste verdedigingslinie die we hebben bestaat uit twee aspecten; het via gedragsmatregelen voorkomen van verspreiding van het virus en via vaccinatie het verminderen van de ziektelast. En daarom is het gekmakend dat de gedragsmaatregelen slecht worden ondersteund en dat niet volop ingezet wordt op een zo hoog mogelijke vaccinatiegraad. Inmiddels moeten we constateren dat dit virus niet meer weg zal gaan. Het uitdoven ervan gaat ons niet lukken. Juist omdat de toepassing van vaccins zo slecht verdeeld is. Zijn we in de westerse wereld toe aan het geven van een booster aan iedereen, in Afrika is een vaccinatiegraad van minder dan 25%. Dus alle kans voor het virus om zich door te ontwikkelen.

Over het vaccin doen de meest wilde verhalen de ronde. En ze worden keer op keer weer verspreid. Dat dit bij sommigen leidt tot echte paniek als er sprake is van het zetten van een prik is dan niet verrassend. En Ja zoals in bijgaande foto kun je natuurlijk met man en macht proberen om het gemoed van deze 8 jarige Israëlische jongen zo te stemmen dat de prik gezet kan worden. Ik blijf het toch een bizar beeld vinden.

Vaccinatie van een 8-jarig Israëlische jongen

Hoe consistent is ons beleid?

Na bijna twee jaar beleid komen we tot de ontdekking dat het Nederland kennelijk zeer veel moeite kost om een beetje consistent beleid tot ontwikkeling te krijgen. Wat kan wel en wat kan niet is dan een belangrijke vraag. Politiek gesproken wil men nu een zg 2G beleid organiseren Dat wil zeggen dat wanneer je via een QR code kunt aantonen dat je volledig gevaccineerd bent of dat je de ziekte al hebt doorgemaakt kun je toegang houden tot evenementen en voorzieningen. Bij een 3G beleid is ook nog de optie om aan de hand van een sneltest aan te toten dat je geen virus bij he draagt. Voldoe je niet aan die voorwaarden dan krijg je geen toegang. Het is duidelijk dat dit controversieel is. Maar ook dat wetswijziging nodig zal zijn om dit voor elkaar te krijgen. Natuurlijk leidt dit tot een tweedeling in de discussie en een tweedeling in de maatschappij. Immers de 15 % niet-gevaccineerden worden buitengesloten. Wat mij betreft is die discussie ook aardig ontspoort.

Dat heeft mede kunnen gebeuren omdat onduidelijk is binnen welk perspectief deze vergaande maatregelen geplaats moeten worden. Als ze gaan helpen, wanneer mag je dan verwachten dat ze beëindigd gaan worden, welk mijlpaal wil je bereiken. En dat wordt in de Nederlandse situatie niet meegenomen. En dan kan de discussie gewoon blijven doorgaan zo blijkt.

Rudi Westendorp maakte in dat programma Buitenhof daar een aardig statement over. Hij kent als oud hoogleraar Ouderenzorg aan de univ Leiden de Nederlandse situatie heel goed. Nu hij betrokken is bij de univ van Kopenhagen kan hij de vergelijking met Denemarken maken. De vaccinatiegraad is in beide landen vergelijkbaar. Maar in Nederland is er luid protest tegen de maatregelen, hebben we een halve lockdown en is eigenlijk iedereen ontevreden. Door beide landen te vergelijken heeft hij een idee hoe dat zo is kunnen ontstaan. Beide landen hebben het Polderen in de bestuurscultuur staan. Alleen maakt Nederland het niet af. We blijven doorgaan ook als er een besluit genomen is. En zo kan het gebeuren dat de 80% de achter het besluit staat overvleugeld wordt door de minderheid en de discussie niet stopt.  Voeg daarbij dat het besluit niet transparant gedeeld wordt zodat iedereen het hoe en waarom kan volgen en ziedaar de voedingsbodem voor de continue discussie.

Rudi Westendorp

En verder?

Er wordt nog druk gesleuteld aan een nieuw kabinet. Kennelijk wordt er vooruitgang geboekt want er wordt nauwelijks meer gelekt. Daarbuiten gebeurt er wel het nodige dat in de goede richting gaat. Shell mag dan naar Groot-Brittannië verhuizen, het ABP en andere fondsen investeren er niet meer in. Het bedrijf lijkt de slag naar duurzaamheid te laat ingezet te hebben. Tata Steel (Hoogovens) wordt eindelijk gedwongen om sterke maatregelen te nemen om de verspreiding van lood te reduceren. Misschien is dat de voorbode van en positieve ontwikkeling. Want als je goed kijkt zie je dat het bedrijfsleven de klimaatboodschap beter begint te begrijpen dan onze overheid.

In wat voor tijd leven we eigenlijk? 

Een antwoord daarop is moeilijk te vinden. Volg je de berichten dan lijkt het erop dat heel veel verschillende zaken samenkomen. Biodiversiteit, economie, klimaat, pandemie, toenemende kloof tussen “have en have-not”, bestuurlijke aderverkalking en ga zo maar door. Dat werd mij pas goed duidelijk bij het lezen van het boek van Jan Rotmans.  Zijn boodschap “0marm de chaos” vind ik zeer treffend gekozen. Nou hakt hij al wat langer met dat bijltje. Maar hij laat ook zien dat noest volhouden uiteindelijk wel tot verbeteringen leidt. Zie de acties van Urgenda. Maar zie ook wat bedrijven zelf kunnen doen. De transitie van b.v. DSM in mijn regio van energieleverancier (steenkool) via plastics naar bulkchemie en uiteindelijk voedingsmiddel industrie laat zien dat het kan. Cruciaal daarbij is het ontwikkelen van een visie en op basis daarvan consequent gerichte stappen naar die beoogde toekomst te zetten. Zoiets heet “transformeren”. En ja dat kan ook voor onze bestuurlijke ontwikkeling. Vandaar dat de acties van Urgenda eindelijk resultaat geven.  Als je dat door vertaald naar onze landelijke politiek is duidelijk dat we behoefte hebben aan nieuw leiderschap. Maar wat dat in gaat houden is nog maar zeer de vraag. Voor mijzelf is helder dat ik de gladde, opportunistische praatjes van Mark Rutte meer dan zat ben. Hoe langer die formatie duurt des te beroerder zijn uitingen. De gedachte dat we nog vier jaar naar die man moeten luisteren stemt droevig. Maar misschien is dat ook Nederlands. We veranderen pas als het water echt tot aan onze lippen staat. Als ik iets hoop van deze periode is het toch wel dat het nieuw te vormen kabinet een duidelijker kompas gaat hanteren en dat de mensen die daaraan leiding gaan geven in staat zijn daarvoor draagvlak te verwerven. Een niet geringe klus. Maar als zij in staat zijn “de chaos te omarmen” begin ik weer een beetje vertrouwen in de Nederlandse toekomst te krijgen. Het boek van Jan Rotmans heeft me wel geholpen om in te zien dat de transformaties die we met elkaar door moeten maken nog heel veel tijd zullen vergen. Dat inzicht maakt de huidige situatie voor mij in ieder geval iets beter hanteerbaar.

Geen  bla, bla, bla maar action, action, action dat vraagt het klimaat!

Het was me de week wel. En spoiler alert bij het begin het is nog lang niet klaar

Vorige week begon in Glasgow de 5 jaarlijkse klimaatconferentie. De rapporten van het IPPC lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. In de vorige in 2015 in Parijs was er voor 2050 een tussenresultaat de temperatuurstijging beperkt houden tot anderhalve graad Celcius als doel geformuleerd. Nu weten we dat alle voorgenomen maatregelen dat doel niet ondersteunen. Kortom er moet meer gedaan worden om het beoogde minimum resultaat te halen. Dat levert de nodige druk op de bijeenkomst en haar deelnemers. Maar overtuigend is dat allerminst. Vandaar dat menigeen naar Glasgow getrokken is om de kat de bel aan te binden. Greta Thunberg als vertegenwoordiger van de jonge klimaatactivisten was in haar speech vrij duidelijk. Zie bijgaande video.  https://t.co/2wpM9GN4ZM

Greta Thunberg. in Glasgow

In veel landen zijn voorbereidingen getroffen tot het houden van klimaatmarsen. De centrale datum daarvoor is 6 november. Halverwege de conferentie in Glasgow. 

Ondertussen in Nederland.

We hebben weer een persconferentie gehad over het corona beleid. Het kabinet kondigt voorzichtige maatregelen aan. De acceptatie daarvan valt getuige he krakeel dat niet van de lucht is, best wel tegen. De verwachting is dat verdere aanscherpingen per 12 november aan de orde zijn. Is het onder die omstandigheden verantwoord om mee te doen met een klimaatmars in Amsterdam? Met enkele vrienden had ik afgesproken dat te gaan doen Maar – hoe nodig ook- lijkt me nu niet aan de orde. Al hoop ik wel dat de organisatoren iets weten te verzinnen om de collectieve druk op de ketel te houden. want met een Nederlandse klimaatstaatssecretaris ( ook VVD) die “niet houdt van hardere maatregelen zonder te weten hoe ze die kan gaan halen” zijn wij aardig in de aap gelogeerd.

Ik post dan ook maar onderstaande bijdrage aan mijn sociale media

De woorden van Greta hebben duidelijk indruk gemaakt. Theatermaker Eveline van Rijswijk weet er wel weg mee getuige deze bijdrage https://t.co/gsfkUAimDi

Een beetje relativering doet wel goed.

Nou ik vind het bemoedigend om jonge mensen te ontmoeten die het taaie gevecht vol vuur toch ook weer aan gaan. Geeft een beetje moed. Al werd ik maandag tijdens een wandeling toch boos op mijn wandelmaatje toen mij in het gesprek weer heel helder werd dat het onze generatie is die het aardig verkloot heeft. 1972 grenzen aan de groei rapport van de club van Rome weet je nog.?! En wat hebben we in al die tijd gedaan? We hadden 50 jaar de tijd, maar we zijn niet eens begonnen met maatregelen en het water staat bijna aan onze lippen

Op diezelfde maandag is onze minister president ook in Glasgow aanwezig. In een van zijn jolige  buien verwijst hij naar de uitspraak van Greta. Hij komt met de prachtige kreet “It is time for Action, Action, Action.

Prachtig om te zien dat de omgeving invloed heeft op het denken en de uitingen van onze nationale marketingmanager. Hadden we anders verwacht? Nee toch. Maar het zou wel fijn zijn als er nu eens een keer gevolg gegeven zou worden aan die woorden.Niet lang daarna komt er een aap uit zijn mouw. Enkele landen hebben het initiatief genomen om de winning van fossiele energie niet langer te ondersteunen met allerlei financiële overeenkomsten. Australië geeft aan dat ze stappen willen gaan zetten in het verminderen van het steenkool gebruik. Maar wie schetst onze verbazing? Desgevraagd geeft Nederland aan dit initiatief niet te ondersteunen. Een Kamermotie die daarop gericht is wordt door onze staatssecretaris ontraden. Via Rutte komt het argument; tja als demissionair kabinet kunnen we dit niet doen. Er wordt ook nog verwezen naar de belangen van grote bedrijven zoals Bos Kalis en Heerema. Wat blijft er zo over van zijn uitspraken in Glasgow : het is tijd voor action, action, action?

Klimaatmars Amsterdam 6 november

Een indrukwekkend aantal mensen komt op 6 november naar Amsterdam. Het zouden er zo’n 40.000 zijn geweest. Wat ik van de beelden via internet kan zien zijn het mensen met een hoge mate van creativiteit om hun boodschap duidelijk te maken. Ja daar had ik eigenlijk bij moeten zijn. Maar met code rood en opnamestoppen in de regionale ziekenhuizen was dat onverantwoord. Dus doe ik het maar op mijn manier.

Maandag wordt duidelijk dat de druk van een dergelijke demonstratie toch iets kan uithalen. Rutte maakt een draai van jewelste en als gevolg daarvan wordt toch de handtekening gezet onder de investeringsstop in olie en gas. Een mooie tussenstap als je het mij vraagt.

Ja zo kun je stellen, de marketingmanager had zijn knopen weer eens geteld en wist wat hij moest gaan doen. Natuurlijk pas nadat druk overleg gepleegd is met de betrokken Nederlandse bedrijven. We zullen natuurlijk niet weten welke beloftes daar zijn gedaan. Voor de zoveelste keer krijg ik in de gaten hoe belangrijk het is om vanuit een bepaalde visie tot handelen te komen. Het geeft je de motivatie en creëert gelegenheid om proactief en gericht bezig te zijn. En dat is heel wat anders dan achteraf brandjes te blussen. De klimaattransitie die we met zijn allen door zullen moeten gaan maken is een formidabele opgave. Dan kom je er niet mee met het zeggen “het moet haalbaar en betaalbaar zijn” Juist van politici mag je dan veel meer verwachten. Niet alleen het uitdelen van een heldere boodschap (no more blabla bla maar action action action) maar je moet het ook mogelijk maken. Niet alleen door als overheid wetgeving en randvoorwaarden te creëren. Maar juist ook aan de burger perspectief en handreikingen te bieden opdat die de transitie mee kan en wil gaan maken.

Wat dat betrof heb ik met veel belangstelling via instagram het gesprek gevolgd dat Sigrid Kaag voerde met Marianne Minnesma van Urgenda. Fantastisch om te zien hoe zijn meehelpt bij de ontwikkeling van echt stimulerend beleid.

De boodschap van Marian Minnesma:

– Gebruik veel meer het kader van de energieproviders om decentrale oplossingen mogelijk te maken (vereist wetgeving)

– Maak in 10 jaar echte stappen. Help de burgers bij het doen van de investering door het in blokken te splitsten. De energieleverancier kan tegelijkertijd de infrastructuur aanleggen om van het gas af te komen (voor koken verwarming en zo) En decentraal energie op te wekken en te gebruiken. Bv door een opslag te brengen bij de maandelijkse lasten van waaruit de financiering wordt betaald. 

– Overheid communiceer regelmatig over de oplossingen die bereikt worden om de mensen te stimuleren in het volhouden van het traject

– Regel het zodanig dat we met zijn allen in de tien jaar de echte omslag maken als het moment daar is bv bij anders koken verwarmen en rijden

Ja en zo gaat ze door. Verfrissend om te zien (https://www.instagram.com/tv/CWBYmZDIxR6/?utm_source=ig_web_button_share_sheet) Zouden ze dit ook aan de klimaattafel van de kabinetsformatie echt gaan oppakken? Het vervolg van de klimaatconferentie zullen we gaan zien later deze week.

En wat speelt er in Beek?

Als lokaal politicus is het zonder meer een drukke week. Niet alleen de goedkeuring van de begroting voor het volgend jaar. Maar ook de installatie van de jeugdraad met uit hun midden een kinderburgemeester. Vanuit de 4 basisscholen die beek heeft zijn 12 leerlingen uit de leerjaren 6 en 7 gekozen om lid te worden van de jeugdraad. Met elkaar gaan zij plannen maken voor de Beekse kinderen. En daar zal de Raad de middelen voor gaan organiseren. Bij de presentatie bleek dat deze kinderen niet alleen ideeën hebben en niet op hun mondje gevallen zijn. Het werd zo een levendige en toch ook een feestelijke middag afgerond met de installatie van de kinderburgemeester Linn.

De geïnstalleerde jeugdraad en de Kinderburgemeester

De raad vervolgde met het bespreken van de begroting voor 2022. Omdat volgend jaar verkiezingen zijn voor de Raad was dit een zogenaamd “beleidsarme begroting”. Daarin opgenomen forse investeringen in personeel. Allerwegen is duidelijk geworden dat met name de communicatie naar de burger – vooral over de afhandeling van vragen van die burger –  beter mag. Daartoe is een motie opgesteld over een zogeheten “dienstverleningsconcept”. De ontwikkeling daarvan voorafgaand aan de vergadering en de uiteindelijke formulering daarvan deed mij verzuchten in een stemverklaring. 

Voorzitter, 

Wat een week. We zijn gegaan van no more bla, bla, bla via action action action (en dan doel ik niet op die winkel) naar vandaag. Eerst de instelling van de jeugdraad en dan komen we uit bij deze motie over dienstverlening. In de hoop dat de cirkel niet rond is stem ik toch voor deze motie. Indachtig de klassieke spreuk “the proof of the pudding is in the eating”; laten we beginnen met de actie.

En nu maar zien wat we volgende week/maand van deze ontwikkelingen nog hebben kunnen vasthouden. het zijn wonderlijke tijden.

Een dagje filosofische verdieping, het is tijd voor actie #brainwash

Afgelopen zondag mocht ik weer. Samen met twee van mijn zonen trokken we naar Amsterdam. We zijn trouwe bezoekers van het Brainwash festival. Eens per jaar met elkaar een inspirerende wind door de kop laten gaan doet goed. Vorig jaar kon het niet maar nu mocht het weer. In een dag wel vier Amsterdamse theaters (her-)bezocht dat is zeker genieten. De Balie, Paradiso, Theater Bellevue en de Melkweg zijn door ons allen al eens bezocht. Maar nu in één programma ondergebracht. Het voorgeschotelde programma bevat zoveel inspirerende presentaties dat we voor onszelf maar een tijdlijn hebben opgesteld. Begonnen met een verhaal van Paul Verhaege over “de eenzame mens”. Deze zojuist gepensioneerde klinisch psychotherapeut maakte een mooie filosofisch getinte analyse over autonomie en verbondenheid. En daarmee zette hij een krachtige basis voor het verdere verloop van onze dag. Ja we hebben het daarna nog vaker gehad over de gevolgen van het neo-liberalisme.

Grace Blakely en Sander Schimmelpennink

Onze volgende bijeenkomst bracht ons bij een introductie door de Engelse journalist/econoom Grace Blakeley Die het thema “Corporate Welfare” aansneed. Zelden ontmoet je iemand die zulke complexe onderwerpen zo welbespraakt en eenvoudig en doordringend weet over te brengen. Zij stelt dat grote bedrijven zodanig complex zijn (of althans zich als zodanig voordoen) dat het transparant besturen ervan niet mogelijk is. In haar visie moet die macht afgebroken worden. Publieke dienstverlening is gebaat bij een goede democratische aansturing. Dat het liberalisme dat heeft afgebroken onder de noemer; het is veel te complex voor leken om dat te beïnvloeden, en wij dat vervolgens nog toestaan ook, dat merken we nu. Volgens haar is dat goed te zien bij de vervolgmaatregelen genomen tijdens corona. De kapitaalkrachtige bedrijven die in de problemen gekomen zijn door Corona zijn veelal met staatssteun overeind gehouden. Maar, een groot deel van die staatssteun is vervolgens doorgesluisd naar de aandeelhouders terwijl de werkers financieel gekort zijn of zelfs ontslagen zijn. Daar moet je iets fundamenteels tegen doen. In haar ogen roept dat op een decentralisering en mede daardoor een democratisering van het beleid van deze bedrijven. Zij acht het onmogelijk dat dergelijke door autocratie geleide bedrijven (Amazon, Tesla, Meta) die nu als motor van een toekomstige economische ontwikkeling gelden in staat zijn ons allen een goede toekomst te realiseren. Immers door hun beleid neemt de ongelijkheid alleen maar toe. En zo ontstaat de grootste bedreiging voor een vreedzame mondiale ontwikkeling. Haar boodschap werd gevolgd door een betoog van de Nederlandse jurist Sander Schimmelpennink. Positief verrast als hij als liberaal was door het betoog van de socialiste Blakeley vervolgde hij op het thema ongelijkheid. Hij vulde dat aan door te wijzen op de ongelijkheid tussen arm en rijk. Als tegenmaatregel deed hij een beroep op het belastingsysteem. Want waarom wordt inkomen verkregen door werk, door dividend of door overerving verschillend belast? Het eerste wel, het tweede en derde niet of nauwelijks. Zo maak je de verschillen alleen maar groter.

Hun gezamenlijke conclusie is dat die ongelijkheid gestopt moet worden. De ene doet dat door als econoom en schrijver het bevorderen van een andere aansturing van de economie, de andere door als publicist programmamaker de ongelijkheid te etaleren. 

Het vervolg wordt gegeven door Steven Pinker. Deze taalkundige en psycholoog houdt een verhaal over het gebrek aan rationaliteit in ons denken en handelen. Volgens hem zijn we te zeer geneigd om iedere gebeurtenis te zien als een bedreiging waartegen direct opgetreden dient te worden. Die reactie komt overheersend vanuit de emoties van het moment. Het ontbreekt daarbij vaak aan een rationele afweging. Veel van het overheidsbeleid wordt ingegeven door die korte termijn bias. Zeker daar waar het de bedreiging van onze persoonlijke veiligheid betreft. Een tweetal extreme voorbeelden. Het was voor de Amerikanen betrekkelijk eenvoudig om na 9/11 een enorme oorlogsmachinerie op gang te brengen met verstrekkende gevolgen. Het is nog de vraag of dat een wezenlijke bijdrage geleverd heeft aan de veiligheid. Aan de andere kant kost het zeer veel moeite om zoiets als het dragen van een helm bij het bromfietsen voor elkaar te krijgen, terwijl de beschikbare statistische informatie zeer duidelijk is over de preventieve waarde ervan. Voorbeelden van dat verschil in redeneren zien we helaas te over in het Nederlandse politieke bestuur van nu.  In zijn bijdrage ging hij ook nog in op de mate waarin de aard van het bericht invloed heeft op onze reactie. Negatief nieuws geeft vaker aanzet tot (denken over) verandering dan positief nieuws.

Marjorie Challenger

Na een korte stop door naar de volgende bijdragen in het kader van de door Human  gemaakte selectie van bijdragen die in kort bestek worden gepresenteerd. Het eerste is van Majorie Challenger. Haar stelling is dat mensen, op een nogal onverklaarbare manier en door ondoorgrondelijke processen hebben besloten dat we losgekoppeld zijn of kunnen zijn van de natuurlijke wereld. Het gevolg is dat onze relatie met andere levende wezens op de planeet uit de hand loopt en destructief is. Voor mij als bioloog een zeer herkenbaar verhaal. Niet voor niets herinner ik mijn omgeving er wel eens aan dat wij een sociaal dier zijn, en blijven. (Overigens, het hangt een beetje van mijn omgeving af met welke indringendheid ik dat vervolgens doe) Wanneer ons eigen gedrag dierlijke trekken vertoont (b.v. agressie) vinden we dat goed als het ons economisch verder brengt. Maar het sociale/collectieve karakter van het meeste dierengedrag laten we volgens haar wat al te gemakkelijk buiten beschouwing.  

Ann Pettiflor

Ann Pettiflor vervolgde met een korte bijdrage over the green new deal. Om de benodigde klimaatdoelen te halen is het nodig om iets drastisch te doen. Dat inzicht ontwikkelde ze als econoom na de bancaire crisis van 2008. Ze maakt daarbij de vergelijking met de new deal van Theodoor Roosevelt van na de tweede wereldoorlog. Hij haalde toen de zeggenschap weg bij het financiële systeem van de banken en bracht het weer onder politieke controle. Iets dergelijks moeten we volgens haar nu ook doen om de klimaatdoelen te halen. Door aan te sturen op de innovatiekracht organiseren we de bedrijvigheid die niet alleen zorgt voor werkgelegenheid maar ook voor de financiering van de noodzakelijke klimaatambitie. Dat sluit toch werkelijk mooi aan bij het verhaal van Grace Blakeley eerder vanmiddag. Nu maar hopen dat de wereld het gebrek aan actie na de bankencrisis van 2008 niet herhaald en dat de green new deal een wezenlijke bijdrage gaat leveren aan de klimaatadaptatie. Het kan nog; nee het moet nu!

Abdelkader Benali vervolgde met een mooi verhaal over de “banaan” of de “platano”.

Een verhaal over de meerstemmigheid. Oftewel hoe geven we elkaar de ruimte om onszelf te zijn. Hij beschrijft dat mooi aan de hand van de ervaringen van een jongetje dat voor het eerst naar school gaat en geconfronteerd wordt met een andere wereld. Het ontwikkelen van begrip voor die andere wereld is lastig zeker als de culturele verschillen zo groot zijn als het geval is van een Perzisch jongetje in Nederland. Maar is dat niet evenzeer lastig als we dat culturele verschil niet zo duimendik erboven zien drijven. Zijn pleidooi is gericht op het behoud van meerstemmigheid. Dat is voor een samenleving van cruciaal belang.

Jonathan Haidt

Ons laatste verhaal bracht ons bij de wereld van de moderne digitale media. Of moet ik gelijk zeggen de wereld van de communicatie van de onderbuikgevoelens. In een mooi gesprek van Floortje Smith met Jonathan Haidt kwam eerst het onderwerp intuïtie aan bod. Uit experimenten met tweelingen kwam naar voren dat iemands gedachtengoed voor een belangrijk gedeelte wordt bepaald door zijn genetische komaf (nature), en niet door zijn omgeving (nurture) Dat hoeft niet zo erg te zijn maar het kan toch zeer vervelende bijkomstige effecten hebben. Zo typeert hij rechtse mensen als behoudend vanwege het feit dat ze zijn niet echt de neiging hebben om door te vragen naar het hoe en waarom. Voor hen geldt vaak: Je zegt het dus het is zoo. Linkse mensen zijn veranderingsgezinder en hebben de neiging om wel meer vraagtekens te plaatsen naar het hoe en waarom (kan het ook anders? Wat is de achterliggende reden?) Dat in deze gepolariseerde samenleving dat nogal wat gevolgen heeft moge duidelijk zijn. Het gesprek krijgt een wending naar het gebruik van Facebook. Het effect van regulering lijkt zeer beperkt te zijn.  Facebook besteed veel geld aan het signaleren van geweldsvolle video’s om deze vervolgens te blokkeren. Maar dat blijkt in de praktijk weinig effect te hebben. Een kleine verandering in het algoritme blijkt vele malen krachtiger te zijn en is veel eenvoudiger. Maar helaas Mark Zuckerberg is alleen uit op groei en derhalve worden geen veranderingen in het algoritme aangebracht. Toch zouden neutrale ingrepen in het gebruik van sociale media een behoorlijk effect kunnen hebben in het bestrijden van de extreme polarisatie die deze instrumenten oproepen. Een voorstel voor een simpele ingreep tot slot. Niets is eenvoudiger dan een schunnig bericht te “liken”. En als dat een aantal keer na elkaar gebeurd is de verspreiding enorm. En als de inhoud dan ook nog als waar aangenomen werd is het kwaad geschied. Een effectieve suggestie zou kunnen zijn voorkom het gedachteloos retweeten of liken. Als daarvoor nodig is dat een extra handeling gebeurd (bv eerst via knippen en plakken er een eigen bijdrage van maken) dan is gelijk heel veel gewonnen. De bezinning kan dan net op tijd toegeslagen hebben.

Zo, dat was me een aangename zondag. Met daarin veel aangrijpingspunten om de huidige wereld een beetje beter te mogen begrijpen. En daaruit ook een eigen handelingsperpectief te kunnen halen. We gaan nu de week in van de klimaatgesprekken te Glasgow. Gaat het lukken om daar het benodigde tandje bij te schakelen. De rapporten zijn alarmerend genoeg. Maar de weerzin om echt tot handelen te komen ook. Voor mij houdt dat in dat ik in ieder geval mee ga doen aan de klimaatmars a.s. zaterdag. Tenminste als dat in het kader van de coronamaatregelen nog kan.

niet willen of niet kunnen meedoen in het digitale tijdperk, een wereld van verschil

Een corona paspoort als panacee?

Het kabinet heeft vorige week als onderdeel van de bestrijding van het coronavirus besloten tot het gebruik van een digitale coronapaspoort. Iemand die een volledige vaccinatie heeft gehad kan dit laten zien door in zijn smartfone een QR code te genereren. Door deze vervolgens als afdruk of in het scherm te laten zien kan toegang gekregen worden tot bepaalde ruimtes (cafe’s bioscopen, festivals etc.etc.) En zo kunnen we weer terug naar het “oude normaal” Tenminste wanneer we dit allen als gedragslijn zouden accepteren. Maar nee dat zit er niet in. In Nederland hebben we nogal strikte opvattingen over hoe omgegaan mag worden met gegevens die wijzelf graag als privé beschouwen. Inmiddels is dat zelfs verankerd in wetgeving. Zie de algemene verordening gegevensbescherming AVG. Veel Nederlanders zijn wars van allerlei regels die door anderen worden opgelegd en doen hun best daar onderuit te komen. En na anderhalf jaar corona wordt dat op een steeds luidruchtiger manier aan anderen duidelijk gemaakt. Een in mijn ogen eenvoudige verworvenheid (een bescherming tegen het virus) wordt zo tenietgedaan en vormt vervolgens een belemmering om met elkaar terug te kunnen gaan naar een “normale” manier van samenleven die we hadden voordat Corona uitbrak. Hoe moeilijk kun je het elkaar maken om als samenleving verder te komen? 

Probleem oplossen? Maak een app. Dat is simpel!Het ontwikkelen van een Corona app, het tovermiddel dat Hugo de Jonge vorig jaar uit een hoge hoed wilde toveren, blijkt in de praktijk helemaal niet zo eenvoudig te zijn. Alle inspanningen ten spijt, het oorspronkelijke idee (een waarschuwing krijgen als je in de buurt komt van iemand die positief getest is en dus een besmettingsgevaar vormt) is niet gelukt. Gelukkig zijn er wel verschillende vaccins beschikbaar gekomen zodat we bescherming tegen het (ernstig) ziekworden kunnen verwerven. Om weer vrij in de maatschappij te kunnen functioneren is het nodig om te weten wie wel en wie niet voldoende gevaccineerd is. En daarvoor is wel een app beschikbaar gekomen. Wat houdt dat in voldoende gevaccineerd zijn oftewel wat moet die app weergeven? Dat houdt in dat beoordeeld is of je het benodigde aantal prikken hebt gehad (afhankelijk van het type vaccin) en of daarna voldoende tijd verstreken is. En daarbij dient dan ook vastgesteld te worden dat het inderdaad jouw gegevens zijn. Om dat te kunnen doen is een procedure ontwikkeld waarmee met behulp van de eigen DIGID code de GGD database wordt gecheckt of je gevaccineerd bent. Het resultaat wordt vervolgens weergegeven in de eigen smartfone in de vorm van een QR code. Een controleur betrokken bij bv het festival dat je wil bezoeken kan met een speciale lezer de bevestiging van de vaccinatiestatus nagaan. Zie bijgaande figuur. Als de output een groen vinkje is, klopt de vaccinatie status en kan toegang verleend worden. Simpel toch. En het mooie is dat er geen persoonsgegevens gedeeld hoeven te worden. Ik laat het immers uitlezen via mijn eigen telefoon. 

de stappen van de corona QR code

Een simpele oplossing toegepast in de praktijk ……en dan?

In de praktijk blijkt dat “simpel toch” echter behoorlijk tegen te vallen. Als vrijwilliger ben ik betrokken bij het Computer Doe- en Leercentrum. Dat is een lokale verzameling vrijwilligers die er genoegen in stellen om hun kennis over de moderne media te delen met anderen. Met toewijding en geduld helpen we anderen om weer toegang te krijgen tot de nieuwe verworvenheden van de technologie. Dat is nodig want het voorbeeld van de corona app laat zien welke belangrijker wordende rol die speelt in de huidige samenleving. Met het CDL zijn we lid van Seniorweb, een landelijk werkende organisatie die juist dit jaar haar 25-jarig jubileum viert. Deze club van hobbyisten werd in het begin vooral gedreven door het maken en delen van allerlei programmatjes die je met een computer kunt maken. Nu is kennisoverdracht over het gebruik van computers steeds belangrijker geworden. Iedereen gaat er maar van uit dat we allemaal toegang hebben tot deze middelen. Immers ook veel ouderen beschikken toch over een smartfone.

In 2014 had 36% van de personen van 65 tot 75 jaar een smartphone in zijn of haar bezit. Vijf jaar later is dit percentage uitgegroeid tot 85,7%. Ook bij ouderen van 75 jaar of ouder nam het percentage smartphonebezitters toe van 11,6% naar 51,9%. Daarnaast is het aantal ouderen dat actief is op social media, aanzienlijk gestegen. Bron unitedconsumers.com aan de hand van CBS gegevens.

Maar dat wil helaas nog niet zeggen dat men er goed mee om kan gaan. De vele veranderingen in die apparaten (regelmatige updates met wijzigingen in presentatie en werkwijze) creëren een mate van onzekerheid, gebruik ik het wel veilig en goed? Dat helpt natuurlijk niet. In de zakelijke wereld wordt ervan uitgegaan dat deze vorm van communicatie optimaal is, ze is namelijk snel en daardoor ook effectief. Voor hen mag dat gelden, maar voor de oudere consument is dat beslist niet het geval. Ook de overheid heeft er een handje van. Het voorbeeld met de corona afhandeling is wat dat betreft illustratief.

volkskrant 20-september 2021

Digitale communicatie alleen brengt ons niet nader tot elkaar

Dat brengt me terug bij de coronacheck. Het artikel[1] dat hierboven beschreven staat geeft prima weer waar de schoen wringt. Als je niet overweg kunt met dit soort apparatuur heb je in toenemende mate een probleem in de huidige maatschappij.

De pandemie afhandeling heeft nog voor meer afstand gezorgd. Was het al zo dat veel commerciële instellingen hun directe klantcontact op afstand hebben gedaan, de corona -pandemie heeft ervoor gezorgd dat het direct contact vrijwel volledig is komen te vervallen. Kom nog maar eens bij een bank of in een gemeentehuis. Het gaat je niet lukken om de barrière van de digitale balie te overstijgen. Voor veel ouderen was de periode van de lockdown er een van vermindering van hun sociale contacten. Met een dreiging tot vereenzaming tot gevolg. Alles went, dus na verloop van tijd worden die ontbrekende contacten niet meer zo hevig gemist. Met als gevolg dat er een afname te constateren valt van de bereidheid om nog als mantelzorger actief te zijn. En zo zitten we aan het eind van de corona periode met een opstapeling van problemen. Een toename van de afhankelijkheid van digitale dienstverlening bij iedereen en een afname van de maatschappelijke betrokkenheid bij ouderen omdat men onvoldoende digitaal vaardig is. 

Vanuit het CDL hebben we in de periode van de lockdown vele initiatieven ontwikkeld om de gebruikers van smartfones te ondersteunen bij het gebruik van video-communicatie. Dat is in principe een eenvoudige manier om afstand te houden en toch via beeld en geluid met elkaar te communiceren. Maar de eigen onzekerheid in het gebruik van deze techniek zorgt ervoor dat veel ouderen gauw geneigd zijn geweest om dit als minderwaardige communicatie te betitelen en er derhalve af te zien van het gebruik. Gelukkig kunnen we nu weer volop inzetten op het geven van cursussen aan ouderen zodat men kan leren omgaan met deze apparatuur. En de drukte die we constateren bij de wekelijkse inloop vormt wat dat betreft een bemoedigend signaal.

Geheel in lijn met het artikel dat hierboven is aangehaald bestaat er een grote, sluimerende behoefte onder ouderen om toch kennis te nemen van de moderne communicatiemiddelen. Een geduldige, probleemoplossende aanpak werkt daarbij prima. Onze ervaring is dat via mond- op mondreclame velen de weg naar onze inloop en cursussen weten te vinden. Maar de collectieve achterstand is en blijft groot. En zoals de coronaperiode laat zien, zij neemt eigenlijk alleen nog maar toe. De technologische ontwikkeling gaat voor velen te snel. We denken dat iedereen maar zelf moeite moet doen om mee te gaan. Het blijkt lastig te zijn om die voortdenderende trein van de digitalisering van de samenleving ook maar een beetje langzamer te laten gaan. Dat zou op zich al veel kunnen betekenen. In de landelijke politiek dringt heel langzaam door dat de menselijke maat weer terug moet keren in het contact burger-overheid. Het “vermenselijken” van de dienstverlening kan dan een goede stap zijn.

Ook op lokaal niveau; terug naar de menselijke maat

Ook op lokaal niveau speelt dat. Eerder maakte ik al gewag van de vermindering van de contactmogelijkheden als gevolg van corona. Je komt het gemeentehuis niet meer in zonder dat er een formele afspraak is gemaakt. En om die afspraak te krijgen zal je toch de barrière van een telefonisch contact moeten nemen. Zegt u het maar, “met wie wilt u waarover spreken…” is een eerste, dikwijls onneembare stap in het protocol geworden. Maar misschien verandert het tij. Mijn gemeente heeft in het zg. “corona herstelplan” ook opgenomen dat ze iets wil gaan doen aan het verminderen van die digitale barrières die inmiddels zijn ontstaan. Nog beter zou zijn als in dat kader de waarde van de ontmoeting en het meedoen weer wordt benadrukt. Een van de essentiële onderdelen daarin moet toch zijn dat we het contact met de individuele burger als ook dat van burgers onder elkaar weer gaan bevorderen. Eenvoudig zal het niet zijn. Het hoeft niet met de in deze regio traditionele “3 zoenen op de wang”, het mag ook met een “boks” of de “handdruk”. Maar bewust zijn van de noodzaak tot verbetering is een eerste goede stap. Want als samenleving hebben we in de coronaperiode toch heel veel ingeleverd. En ja ook voor een vrijwilligersorganisatie ligt er een uitdaging om naar elkaar een helpende hand uit te steken.


[1] Volkskrant 20 september 2021